ECLI:NL:PHR:2002:AD8172
Parket bij de Hoge Raad
- A.S. Hartkamp
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding na opzegging dealer-contract tussen Garage- en Automobielbedrijf Rapide B.V. en Auto Palace-De Binckhorst B.V.
In deze zaak gaat het om een geschil tussen Garage- en Automobielbedrijf Rapide B.V. (hierna: Rapide) en Auto Palace-De Binckhorst B.V. (hierna: De Binckhorst) naar aanleiding van de opzegging van een dealer-contract. De opzegging vond plaats in september 1990, waarna Rapide haar activiteiten in november 1990 heeft gestaakt. Rapide vorderde schadevergoeding op basis van winstderving, die zij berekende over de jaren 1990, 1991 en 1992. De rechtbank heeft in haar vonnis van 18 september 1996 de vordering tot schadevergoeding afgewezen, omdat zij van mening was dat na 1989 geen winst meer zou zijn gemaakt. Rapide ging in hoger beroep en het hof oordeelde dat zij recht had op schadevergoeding over de periode van september 1990 tot en met december 1992, maar dit oordeel werd door Rapide in cassatie bestreden.
De Hoge Raad, vertegenwoordigd door de Procureur-Generaal, heeft de klachten van Rapide beoordeeld. De eerste klacht betrof de periode waarover schadevergoeding werd geëist. De Hoge Raad oordeelde dat het hof niet onbegrijpelijk had geoordeeld en dat de lezing van de feiten door het hof aanvaardbaar was. De tweede klacht van Rapide betrof het inwinnen van deskundigenrapporten over schadeposten. De Hoge Raad bevestigde dat het aan de feitenrechter is om te bepalen welke deskundige voorlichting nodig is, en dat dit beleid niet ter discussie staat.
Uiteindelijk concludeerde de Hoge Raad dat het beroep van Rapide tot schadevergoeding niet kon worden toegewezen, en dat de eerdere oordelen van de rechtbank en het hof in stand blijven. De conclusie strekt tot verwerping van het beroep.