1 Vonnis kantonrechter 27 mei 1998, tweede en derde gedachtestreepje sub 3.1.
2 Idem; vierde en vijfde gedachtestreepje sub 3.1, en vonnis rechtbank 20 maart 2001 rov. 2.3. [verweerder] heeft nog een reconventionele vordering ingesteld, maar die is in cassatie niet van belang.
3 Vonnis rechtbank 20 maart 2001, rov. 2.4 en vonnis kantonrechter 27 mei 1998, zesde gedachtestreepje sub 3.1.
4 Vonnis kantonrechter 27 mei 1998, p. 5, tweede alinea.
5 Idem, eerste twee gedachtestreepjes van p. 3.
6 Idem, tweede gedachtestreepje van p. 3.
7 Idem, p. 2, onder 2.
8 Idem, p. 5, eerste alinea. De kantonrechter spreekt over 'ziekengeld en een uitkering uit een arbeidsongeschiktheidsverzekering'. Ik heb deze termen niet letterlijk overgenomen omdat deze verwarring zouden kunnen wekken: men zou daar ook een uitkering op grond van de Ziektewet onder kunnen verstaan. Zie verder onder meer CvA in conventie, p. 4 en CvD in conventie, p. 7.
9 P. 5, tweede alinea en aanvang derde alinea.
10 Punt 31 MvA/MvG in incidenteel appel.
11 Kamerstukken II, 24 439, nr. 6, p. 51; zie voor de stellingen van [verweerder] punt 36 MvA/MvG in incidenteel appel.
12 Dit is volgens de rechtspraak toegestaan. Zie bijv. aant. 3, onder 'onverwijlde opzegging', bij art. 7:677 in Kluwer's losbladige Arbeidsovereenkomst (Luttmer-Kat).
13 Ten tijde van de onderhavige zaak speelde nog niet het door de Wet Flexibiliteit en Zekerheid geïntroduceerde reïntegratieplan als vertragende factor (een voorschrift dat per 1 april 2002 in het kader van de Wet Verbetering Poortwachter overigens weer is komen te vervallen).
14 Er bestaat ook nog de ontbinding wegens tekortkoming bedoeld in art. 7:686, doch deze (zelden gebruikte) mogelijkheid laat ik hier buiten beschouwing.
15 Schorsing en op non-actiefstelling zijn geen wettelijke begrippen. Zij kunnen door elkaar worden gebruikt (vgl. M. van Eck, ArbeidsRecht 2002, afl. 8/9, p. 41), hetgeen ook in deze conclusie gebeurt. Productie K bij de depotakte in appel behelst de onderhavige schorsingsbrief.
16 Zie punt 20 van het verzoek, dat bij CvA/CvE is overgelegd.
17 Art. 7: 628 is de opvolger van de oude artt. 1638c en 1638d BW. Bij de invoering van art. 7: 628 is materieel geen wijziging beoogd: zie Kamerstukken II, 23 438, nr. 3, pp. 24-25; zie ook aant. 13 bij art. 7: 628 in Kluwer's losbladige Arbeidsovereenkomst (Olbers).
18 De eventuele omstandigheid dat de werknemer een uitkering uit een particuliere verzekering ontvangt, kan daaraan m.i. niet afdoen.
19 Zie bijv. de uitvoerige aant. 3.2 bij art. 7:611 in Kluwer's losbladige Arbeidsovereenkomst (Heerma van Voss), met vele verwijzingen (geraadpleegde tekst is die van suppl. 168 van augustus 1996).
20 Kamerstukken 23 974, nr. 3 p. 2 midden.
21 HR 20 november 1925, NJ 1926, p. 166 (Paleis voor Volksvlijt/Roemer), uitvoerig aangehaald in de s.t. namens [eiser], pp. 6-8.
22 HR 17 september 1993, NJ 1994, 173 m.nt. PAS onder HR 24 september 1993, NJ 1994, 174, SMA 1994, p. 45 m.nt. Olbers.
23 HR 1 juli 1993, NJ 1993, 666 m.nt. PAS.
24 Aldus reeds Meijers, De Arbeidsovereenkomst, 1924, p. 123. Zie voorts onder meer: Van der Grinten's Arbeidsovereenkomstenrecht, 20e druk 2002, hfst. 13, par. 4 en 5 (p. 173 e.v.) ; H.L. Bakels' Schets van het Nederlands Arbeidsrecht, 16e druk 2000, p. 67; J.M. van Slooten in ArbeidsRecht 1998/10 p. 11; Asser-Kortmann-De Leede-Thunissen, 1994, nr. 350; losbladige Arbeidsovereenkomst, aant. 3 op art. 7:628 (Olbers); M.M. Olbers in 'De arbeidsovereenkomst in het NBW', 1991, p. 76; vgl. ook even genoemde noot van P.A. Stein in NJ 1994, 174.
25 A.w., p. 210.
26 Zie § 3.2.1 supra.
27 'Groene boek' 1972, p. 295 en 309.
28 Toelichting, p. 1045; zie over de geschiedenis ook S.W. Kuip in SR 1992/4, p. 103 e.v.
29 Vgl. Kamerstukken II 23 974, nr. 3 (MvT), p. 1.
30 Ibidem.
31 MvT, p. 6; mijn cursivering, A-G.
32 Kamerstukken II, 23 974, nr. 16.
33 De onderliggende Kamerstukken hebben het nr. 24 439. Zie over de Wulbz in het algemeen de kleine monografie van Fase, Wet uitbreiding loondoorbetalingsplicht bij ziekte (1996).
34 Vanaf 52 weken is er eventueel de WAO.
35 Kamerstukken II, 24 439, nr. 3, p. 59.
36 De Ziektewet kwam de gedetineerde en zijn omgeving nog verder tegemoet. Krachtens art. 42, lid 2 ZW, kon het uitkeringsorgaan tijdens de detentie het ziekengeld geheel of gedeeltelijk uitkeren aan personen, voor wie de gedetineerde kostwinner was. En als dat niet gebeurd was, kon er na ontslag uit detentie alsnog uitgekeerd worden op de voet van art. 42 lid 3 ZW.
37 Vgl. MvT bij w.v. 24 439, TK 1995-1996, nr 3, p. 1 e.v., verwijzend naar o.m. het regeerakkoord ('Paars I', A-G).
38 J.M. van Slooten, Arbeid en loon, diss. 1999, p. 294.
39 MvG in incidenteel appel, punt 36. Zie ook nr. 3.7 van de s.t. namens [verweerder].
40 Kamerstukken II, 24 439 nr. 5 (d.d. 8 november 1995), pp. 43 en 44.
41 Mijn cursivering, A-G.
42 Kamerstukken II, 24 439, nr. 6 (d.d. 14 november 1995), p. 51.
43 Voluit: Wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 en van enige andere wetten (Kamerstukken II 26 257; Stb. 1998, 741) teneinde (volgens de considerans) 'enkele wijzigingen van wetstechnische of ondergeschikte aard aan te brengen in verband met geconstateerde wetstechnische onvolkomenheden'.
44 Kamerstukken II 26 257, nr. 5 (d.d. 13 november 1998), pp. 2-3; mijn cursivering, A-G.
45 Kamerstukken II 26 257, nr. 7 (d.d. 20 november 1998), pp. 2-3.
46 Kamerstukken II 26 257, nr. 12 (verslag wetgevingsoverleg (d.d. 23 november 1998), pp. 10-11.
47 Vgl. supra § 3.7.
48 Vgl. Van Slooten, a.w., p. 205.
49 Van der Grinten, a.w., hst. 13, § 5 (p. 175). Zoals Van der Grinten aangeeft, laat dit onverlet de opvatting van de regering voor de contractuele voorzieningen ten aanzien van een schorsing met inhouding van loon: de hiervóór gememoreerde vragen in het kader van wetsvoorstel 26 257 waren in dat opzicht namelijk wél terecht.
50 Zie over de betrekkelijke waarde van de wetsgeschiedenis als hulpmiddel bij de wetsuitleg bijv. Asser-Vranken, Algemeen Deel 1995, nr. 141 (p. 92) e.v. Hetgeen bij de parlementaire behandeling van de Wulbz en Repa-Flexwet over schorsing zonder behoud van loon is gezegd, kan m.i. beschouwd worden als een interessante illustratie van Vranken's beschouwingen in nrs. 143, 150 en 154.
51 Het onderdeel maakt geen onderscheid tussen een eventueel einde van de eerste oorzaak van het niet werken (bijv. einde van de maximale duur van de schorsing) en de aanvang van de tweede oorzaak van het niet kunnen werken, in casu de ziekte.
52 Net zo min als het spiegelbeeld. Er is geen rechtsregel op grond waarvan een disciplinaire maatregel tijdens ziekte - ervan uitgaande dat daartoe aanleiding is - niet mogelijk zou zijn. De bouwvakker uit § 3.25 die met een gebroken arm thuis zit en uit balorigheid bij zijn werkgever brand sticht, zal niet op grond van het enkele feit dat hij ziek is, een disciplinaire maatregel kunnen ontlopen.
53 Artikel 7:629, gaat daarvan uit, door in lid 3, sub c, en in 4, tweede volzin, uitzonderingen op dit uitgangspunt te regelen.
54 De rechtbank gebruikt de woorden 'derhalve', en 'daar' in de zin van 'omdat'.