ECLI:NL:PHR:2003:AF6204
Parket bij de Hoge Raad
- J.M.H. Hoge Raad der Nederlanden
- Rechtspraak.nl
Arrest Hoge Raad inzake eigendom van in beslag genomen sieraden en gelden in faillissement
In deze zaak gaat het om een arrest van de Hoge Raad der Nederlanden, waarin de eigendom van in beslag genomen sieraden en gelden centraal staat. De eisers, bestaande uit [eiseres 1a], [eiseres 1b], [eiseres 2] en [eiser 3], hebben in cassatie de afgifte van deze goederen gevorderd van de curator, mr. J. Krijgsman, in het faillissement van [betrokkene 1]. De zaak heeft zijn oorsprong in een strafrechtelijk onderzoek tegen [betrokkene 1], waarbij op 2 mei 1994 huiszoekingen zijn verricht. Tijdens deze huiszoekingen zijn aanzienlijke geldbedragen en sieraden in beslag genomen, waarvan de eisers claimen dat deze hun eigendom zijn. De rechtbank heeft hen in de gelegenheid gesteld bewijs te leveren van hun eigendomsrechten, maar de curator heeft betwist dat de goederen aan de eisers toebehoren, stellende dat deze in de faillissementsboedel vallen.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 20 juni 2003 geoordeeld dat de rechtbank terecht heeft beslist dat de bewijslast bij de eisers ligt. De rechtbank heeft overwogen dat het wettelijk vermoeden van eigendom, zoals vastgelegd in artikel 3:119 BW, in dit geval niet opgaat, omdat de in beslag genomen goederen zijn aangetroffen in de woning van [betrokkene 2], die niet als eiser in de procedure is betrokken. De verklaringen van [betrokkene 1] en [betrokkene 2] ten overstaan van de politie, waarin zij stelden dat de goederen aan [betrokkene 1] toebehoren, hebben bijgedragen aan het feitelijke vermoeden dat de goederen niet aan de eisers toebehoren.
De Hoge Raad heeft de eerdere vonnissen van de rechtbank en het hof bevestigd, maar heeft ook aangegeven dat de getuigenverklaringen van [betrokkene 1] en [betrokkene 2] in een later stadium mogelijk in een ander licht kunnen komen te staan. Dit betekent dat er ruimte is voor heroverweging van de bewijslastverdeling, afhankelijk van de uitkomsten van eventuele getuigenverhoren. De zaak is terugverwezen naar het hof voor verder onderzoek naar de eigendomsrechten van de betrokken goederen.