ECLI:NL:PHR:2003:AM0208
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Wortel
- Rechtspraak.nl
Openlijk in vereniging geweld plegen en de rol van de verdachte
In deze zaak gaat het om de strafbaarheid van de verdachte die samen met anderen geweld heeft gepleegd, zoals bedoeld in artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte en zijn mededaders hebben het slachtoffer benaderd, zijn fiets vastgegrepen en hem omver geduwd. De verdediging stelde dat er geen sprake was van een individuele gewelddadige handeling van de verdachte, maar het hof oordeelde anders. Het hof concludeerde dat ook het dreigend opdringen naar anderen binnen een groep van geweldplegers kan worden aangemerkt als een gewelddadige handeling. Dit is in lijn met de wetswijziging van 25 april 2000, die de reikwijdte van artikel 141 Sr heeft verruimd.
De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad heeft in zijn conclusie aangegeven dat het cassatieberoep is gericht tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, waarin de verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 100 uren, met vervangende hechtenis van 50 dagen bij niet-naleving. De verdediging voerde aan dat het hof een onjuiste betekenis heeft gegeven aan de tenlastelegging, maar het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet heeft geprobeerd om de gewelddadigheden te stoppen of zich ervan te distantiëren. Dit was voldoende voor de vaststelling van zijn strafbaarheid.
De Hoge Raad heeft de overwegingen van het hof bevestigd en geconcludeerd dat de verdachte zich niet vóór de gewelddadigheden heeft teruggetrokken. De bewezenverklaring is gebaseerd op de feiten en omstandigheden van de zaak, waarbij ook de rol van de verdachte in de groep van geweldplegers is meegewogen. De conclusie van de Procureur-Generaal strekt tot verwerping van het cassatieberoep, omdat er geen gronden zijn gevonden voor vernietiging van de uitspraak.