ECLI:NL:PHR:2004:AO5117
Parket bij de Hoge Raad
- D.W.F. Verkade
- Rechtspraak.nl
Arrest over de uitleg van het begrip 'winstdeling' in een koopsompolis
In deze zaak gaat het om de uitleg van het begrip 'winstdeling' in een koopsompolis die door eiser is afgesloten via verweerder, een adviseur vermogensvorming. Eiser heeft een schadevergoeding ontvangen en heeft verweerder gevraagd om advies over fiscaal gunstig beleggen. Verweerder heeft een stamrechtverzekering aangeboden bij DBV Levensverzekeringen NV, waarbij de polis als winstdelend werd gepresenteerd. Eiser vordert dat verweerder wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag wegens tekortkoming in de nakoming van hun overeenkomst, omdat hij meent dat de winstdeling als maatschappijwinstdeling moet worden uitgelegd.
De rechtbank oordeelt dat verweerder tekort is geschoten in zijn verplichtingen door geen verzekering met winstdeling te leveren. De deskundige concludeert dat de polis niet in de winst deelt en dat er geen ruimte voor winstdelingen is geweest. Eiser gaat in hoger beroep, maar het hof bekrachtigt de eerdere vonnissen en verklaart eiser niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep. Eiser stelt dat het hof ten onrechte zijn bewijsaanbod heeft gepasseerd en dat de uitleg van de overeenkomst niet correct is geweest.
De Hoge Raad bevestigt de uitspraak van het hof en oordeelt dat eiser onvoldoende feiten en omstandigheden heeft gesteld om aan te tonen dat er een maatschappijwinstdeling is overeengekomen. De uitleg van de overeenkomst is aan de rechter, en het hof heeft de juiste maatstaf toegepast. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep van eiser, omdat hij niet heeft aangetoond dat de uitleg van het hof onjuist was.