ECLI:NL:PHR:2004:AO7733
Parket bij de Hoge Raad
- J.M.H. van der Meer
- A.S. van der Meer
- Rechtspraak.nl
Cassatie over ontvankelijkheid in een zaak betreffende intrekking van voorwaardelijk ontslag uit psychiatrisch ziekenhuis
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 juni 2004 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een beslissing van de rechtbank te Amsterdam. De stichting Mentrum, een instelling voor geestelijke gezondheidszorg, had cassatie ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank die de intrekking van een voorwaardelijk ontslag van een patiënt had vernietigd. De patiënt, hier aangeduid als betrokkene, was eerder op 6 mei 2003 ondergebracht in een psychiatrisch ziekenhuis op basis van een machtiging voor een jaar. Op 3 juli 2003 werd haar voorwaardelijk ontslag verleend, met de voorwaarde dat bij escalatie in de thuissituatie zij opnieuw opgenomen zou worden. Echter, op 1 oktober 2003 trok de geneesheer-directeur dit ontslag in, met als reden het niet nakomen van afspraken en overlast naar buren.
De rechtbank oordeelde dat de intrekking van het ontslag niet rechtsgeldig was, omdat de geneesheer-directeur de betrokkene niet in de gelegenheid had gesteld om haar zienswijze naar voren te brengen, zoals vereist door de Algemene wet bestuursrecht. De stichting Mentrum ging in cassatie, maar de Hoge Raad oordeelde dat de stichting niet-ontvankelijk was in haar cassatieberoep. Dit was gebaseerd op het feit dat de stichting niet als partij was verschenen in de eerdere procedure, aangezien zij geen verweerschrift had ingediend of ter zitting was gehoord. De Hoge Raad concludeerde dat de stichting Mentrum niet in haar cassatieberoep kon worden ontvangen, en dat de eerdere beslissing van de rechtbank in stand bleef.
Deze uitspraak benadrukt het belang van de procespositie van partijen in cassatieprocedures en de noodzaak voor instellingen om zich adequaat te verantwoorden in juridische procedures. De uitspraak heeft implicaties voor de rechtspositie van instellingen in vergelijkbare zaken, vooral in het kader van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz).