ECLI:NL:PHR:2004:AO9495
Parket bij de Hoge Raad
- J.M.H. van der Klei
- L. Strikwerda
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot verlof tot tenuitvoerlegging van een Duitse rechterlijke beslissing in Nederland
In deze zaak heeft de vennootschap Deutsche Paracelsus Schulen für Naturheilverfahren GmbH (DPS) op 21 juni 2000 een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank te Alkmaar om verlof te verkrijgen voor de tenuitvoerlegging van een Duitse rechterlijke beslissing. Dit verzoek was gericht aan de President van de Rechtbank, die op 17 juli 2000 het gevraagde verlof verleende. De eiser, die in cassatie ging, had eerder verzet aangetekend tegen deze beschikking, maar werd door de Rechtbank op 31 oktober 2002 niet-ontvankelijk verklaard. De Rechtbank oordeelde dat de beschikking van de President niet vatbaar was voor verzet, wat de eiser betwistte in cassatie. De Hoge Raad heeft de rechtsklacht van de eiser gegrond verklaard. De Hoge Raad oordeelde dat de Rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat de artikelen 985-991 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van toepassing waren. De Hoge Raad benadrukte dat de regeling van het EEX-Verdrag, die de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse rechterlijke beslissingen regelt, van toepassing was. De Hoge Raad heeft de zaak vernietigd en verwezen naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. Dit arrest benadrukt de noodzaak om de juiste rechtsgang te volgen bij verzoeken om tenuitvoerlegging van buitenlandse beslissingen, en bevestigt de rechtsmiddelen die beschikbaar zijn onder het EEX-Verdrag.