ECLI:NL:PHR:2005:AU1988
Parket bij de Hoge Raad
- A.C.J. Lina
- Mr. Knigge
- Rechtspraak.nl
Aanwezigheidsrecht van in Duitsland gedetineerde verdachte en de afwijzing van het verzoek tot aanhouding
In deze zaak gaat het om het aanwezigheidsrecht van een verdachte die in Duitsland gedetineerd is. De verdachte was op het moment van de zitting in Duitsland vastgehouden, en zijn raadsman verzocht om aanhouding van de zaak, omdat de detentie naar verwachting zou voortduren tot mei. Het hof heeft dit verzoek afgewezen, wat door de Hoge Raad als onbegrijpelijk werd beoordeeld. De Hoge Raad oordeelt dat het hof onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de mogelijkheden van internationale rechtshulp en de tijd die daarmee gemoeid zou zijn. Dit is van belang voor de redelijke termijn van berechting, waarbij uitstel in beginsel voor rekening van de verdachte komt. De raadsman was gemachtigd om de verdediging te voeren, maar de Hoge Raad benadrukt dat dit niet afdoet aan het recht van de verdachte om aanwezig te zijn bij zijn rechtszaak. De Hoge Raad concludeert dat het hof niet voldoende heeft onderbouwd waarom het verzoek tot aanhouding is afgewezen en dat de verdachte niet vrijwillig afstand heeft gedaan van zijn recht om in zijn tegenwoordigheid te worden berecht. De conclusie van de Advocaat-Generaal strekt tot vernietiging van de bestreden uitspraak en verwijzing van de zaak naar een aangrenzend hof voor verdere behandeling.