1 De in bijlage 9 van het beroepschrift d.d. 8 juni 1999 opgenomen Mededeling afhandeling aangifte ten invoer van 25 augustus 1997, vermeldt de handelsbenaming "F" overigens niet. De tevens overgelegde factuur en het EUR 1-certificaat maken wel melding van die handelsbenaming.
2 Hoofd van het Douanedistrict P.
3 Hof Amsterdam 15 september 2003, nr. 99/90111 DK (voorheen nr. 0111/99 TC), te vinden op www.rechtspraak.nl.
4 Als we de Hoge Raad als cassatierechter in douanezaken niet meetellen.
5 HR 20 februari 2004, nr. 38 907, BNB 2004/199, met noot van Van Brummelen.
6 De zaak dient vervolgens op grond van artikel 6:15 Awb te worden doorgezonden aan het CBB. Overigens had en heeft het CBB zich al over de zaak van BNB 2004/199 gebogen. Zij het dat het geschilpunt omtrent de tariefindeling nog niet door het CBB is behandeld. Ik neem evenwel aan dat het CBB van mening is dat het beroep wat betreft de tariefindeling ongegrond is, gezien de inmiddels gestelde prejudiciële vragen die ter oplossing van het voorliggende geschil noodzakelijk moeten worden geacht (zie CBB 13 februari 2002, AWB 00/911 en het recente vervolg daarop CBB 28 mei 2004, AWB 03/63, beide te vinden op www.rechtspraak.nl).
7 Zie voor de nodige kritische kanttekeningen bij het arrest de noot van Van Brummelen in BNB 2004/199 en het artikel van Roke (WFR 2004/907). Inmiddels heeft de Staatssecretaris van Financiën op kamervragen geantwoord op korte termijn in overleg te treden met de minister van Justitie over het introduceren van dezelfde rechtsgang voor alle heffingen bij invoer (brief van 24 augustus 2004, WD 2004-00450 U).
8 Zie bijlage 12 van het beroepschrift dat 10 juni 1999 bij de Tariefcommissie is ingekomen.
9 Verordening 3290/94 van de Raad van 22 december 1994 inzake de aanpassingen en de overgangsmaatregelen in de landbouwsector voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomsten in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-Ronde, Pb. Nr. L 349 van 31 december 1994.
10 Verordening 804/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelprodukten, Pb. L148 van 28 juni 1968.
11 Verordening 2658/87 van 23 juli 1987, zoals gewijzigd bij Verordening 1734/96 van 9 september 1996, Pb. Nr. L 238, blz. 1 van 19 september 1996.
12 HR 28 mei 2004, nr. 38 996, V-N 2004/29.5. De conclusie is integraal op genomen op www.rechtspraak.nl. Zie met name onderdeel 5.4.19 e.v.
13 Het betoog van Overgaauw lijkt op dit punt helaas niet goed uit de verf te komen, nu de Hoge Raad in het genoemde arrest niet aan behandeling van die problematiek bleek toe te komen. Vandaar mijn stellig onderschrijven alhier.
14 Zie o.a. CBB 20 februari 2001, nr. AWB98/213 en nr. AWB98/100, LJN-nummer AB0290 respectievelijk AB0291, en CBB 31 augustus 2001, AWB 98/843 t/m 98/848, LJN-nummer AD3481, alle te vinden op www.rechtspraak.nl.
15 De onbevoegdheidverklaring door het CBB als hiervoor bedoeld is overigens niet absoluut onaantastbaar. Ik moge hier volstaan met een verwijzing naar artikel 77, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wet op de rechterlijke organisatie, zoals dit luidt met ingang van 1 januari 2002, zij het dat daartoe eerst een negatief jurisdictiegeschil zal moeten worden gecreëerd.
16 Dat de onderhavige heffing inderdaad voortvloeit uit het GDT, kan worden afgeleid uit het op de uitnodiging vermelde toepasselijk tarief (f 537,520300 per 100 kg), welke overeenkomt met het in onderdeel 4.3.4. weergegeven, ten tijde van de onderhavige aanvaarding van de aangifte geldende tarief aan douanerechten (241,1 Ecu). Hierbij uitgaand van een wisselkoers schommelend tussen f 2,20 en f 2,23. Concreet zijn dus douanerechten geheven onder vermelding van "landbouwheffingen".
17 Die beperking had de Douanekamer zich overigens al niet opgelegd, nu ook X' beroep op een door de douane afgegeven bindende tariefinlichting in de beoordeling is betrokken.
18 Zoals betoogd door de redactie van Douane Update nrs. 2001-208 en 2001-662. De redactie meent dat ingeval landbouwheffingen worden vermeld, het CBB wel degelijk bevoegd is. Naar de overtuiging van de redactie dient de uitnodiging tot betaling in zo'n geval vervolgens zonder meer te worden vernietigd.
19 Zij het dat de Europese regelgever ook niet al te slagvaardig is gebleken ten aanzien van het verwijderen van de term "landbouwheffingen" uit het Communautair douanewetboek. Dit vond immers pas per 1 januari 1997 plaats.
20 Nog beter zou zijn een vermelding van de Verordening waaruit het toegepaste tarief en maatstaf van de heffing blijkt.
21 Voorstel voor een Verordening van de Raad tot vaststelling van het Communautair douanewetboek, van 28 februari 1990, COM (90) 71 def.
22 Terra, Community customs law : a guide to the customs rules on trade between the (enlarged) EU and third countries: with Value Added Tax upon importation and exportation, Kluwer Law International-The Hague, blz. 1093.
23 Noot Verloren-Van Themaat: Dat geldt ook voor verenigingen die hun procesbevoegdheid baseren op de omstandigheid dat degenen die zij vertegenwoordigen, door een besluit rechtstreeks en individueel worden geraakt. Zie bijvoorbeeld zaak C-321/95, Greenpeace.
24 Noot Kapteyn-Verloren Van Themaat: Aan de soms optredende kleine variaties (zie bijvoorbeeld zaak 26/86, Deutz und Geldermann) dient geen betekenis te worden toegekend.
25 Noot Kapteyn-Verloren Van Themaat: Geen moeilijkheid doet zich voor als bijvoorbeeld de beschikking van de Commissie, gericht tot een lidstaat, een steunmaatregel voor een specifieke onderneming betreft. Vgl. zaak 730/79, Philip Morris, en gev. zaken 296/82 en 318/82, Leeuwarder Papierfabriek (NL).
26 Witte c.s., Zollkodex, Linde Verlag Wien, 1998, blz. 1510.
27 In Abgabeordnung Finanzgerichtsordnung, Kommentar, Europäisches Abgaben- und Abgabenverfahrensrecht, Verlag Dr. Otto Schmidt-Köln, ZK Art. 243, Rz. 27, Lfg. 18 Februar 2004.
28 Vgl. in deze zin de opmerking van Verloren Van Themaat over de rechtstreekse werking van beschikkingen waarbij aan de nationale autoriteiten geen enkele beoordelingsvrijheid toekomt (onderdeel 5.10.).
29 Conclusie van 21 april 2004, nr. 38.994, niet gepubliceerd.
30 Wet van 2 november 1995 tot herziening van de douanewetgeving, Stb. 553.
31 De Franse taalversie verwoord het aldus: "et sous réserve des dispositions prises dans le cadre de l'article 243 paragraphe 2 point b)". De Duitse tekstversie: "und vorbehaltlich der im Rahmen des Artikels 243 Absatz 2 Buchstabe b)". En de Engelse: "and subject to the provisions adopted within the framework of Article 243 (2) (b)".
32 In gelijke zin Witte c.s., Zollkodex, Linde Verlag Wien, 1998, blz. 74
33 Wat betreft de bewijsvoering merk ik op dat hoewel een schriftelijke wijze van verklaren niet dwingend is voorgeschreven, een andere wijze van verklaren zich niet eenvoudig laat bewijzen. In gelijke zin de redactie van Douane Update 1999-802.
34 Vgl. bijvoorbeeld HvJ EG 16 december 1976, 38/76 (Luma), Jurispr. 1976, blz. 02027, HvJ EG 8 december 1987, 42/86 (Societe Artimport), Juripr. 1987, blz. 04817 en HvJ EG 7 november 2002, gevoegde zaken C-260 t/m C-263 (Lohmann), Jurispr. 2002, blz. I-10045.
35 Vgl. bijvoorbeeld HvJ EG 4 juli 1985, 167/84 (Holzimport), Juripr. 1985, blz. 02235 en HvJ EG 7 maart 2002, C-259/00 (Biochem), Jurispr. 2002, blz. I-02641.
36 Bijlage 9 van het beroepschrift.
37 Bijlage 10 van beroepschrift.
38 Bijlage 11 van beroepschrift.
39 Ik neem overigens aan dat de Douanekamer met "het rapport van het Laboratorium" doelt op het rapport van 16 december 1997, aangezien de analyse van het eerste monsteronderzoek geen melding maakt van afwezigheid van wei-eiwit.
40 Bijlage 21 van het beroepschrift. Het betreft een faxbericht van 26 mei 1998, gericht aan X.
41 Opgenomen in Bijlage I, Titel I Algemene bepalingen, onder A van Verordening nr. 2658/87 van 23 juli 1987, met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijke douanetarief. De aldaar opgenomen regels (thans 1 t/m 6) worden vaak aangeduid als "de algemene indelingsregels".
42 Opgenomen in het Handboek voor in- en uitvoer, Deel B2, III Toepassingsbepalingen, blz. 23 (supplement 206), tenHagenStam.
43 Verordening 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993, houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van het CDW, Pb. EG 1993, nr. L 253.
44 HR 21 november 2003, nr. 38 458, na conclusie van AG Overgaauw, BNB 2004/61, met noot van Van Brummelen.