ECLI:NL:PHR:2006:AU6935
Parket bij de Hoge Raad
- H. Huydecoper
- Rechtspraak.nl
Geschil over eigendom en afgifte van een Rolls Royce tussen curator en koper
In deze zaak gaat het om een geschil tussen Uilke Evert Bakker, als curator van een onder curatele gestelde persoon, en [eiser], die een Rolls Royce heeft verkocht die volgens de curator eigendom was van de onder curatele gestelde. De curator vorderde afgifte van de auto of, bij gebreke daarvan, een schadevergoeding van ƒ 45.000,-. De rechtbank oordeelde dat de curator niet voldoende bewijs had geleverd voor zijn vordering, wat leidde tot toewijzing van de schadevergoeding. In hoger beroep bevestigde het hof deze beslissing, waarbij het hof oordeelde dat de getuigenverklaring van [eiser] als partijgetuige niet voldeed aan de eisen voor een geldige eigendomsoverdracht volgens artikel 3:84 lid 3 BW. Het hof oordeelde dat de overeenkomst tussen partijen niet voldeed aan de vereisten voor een geldige eigendomsoverdracht, omdat deze niet de strekking had om de auto in het vermogen van de verkrijger te doen vallen. De Hoge Raad oordeelde dat het hof ten onrechte de feitelijke grondslag van de vordering van de curator had aangevuld met argumenten die niet door partijen waren gesteld. De Hoge Raad concludeerde dat het hof niet had mogen oordelen zonder dat partijen de gelegenheid hadden gekregen om zich over de feiten uit te laten. De conclusie van de Procureur-Generaal was dat het bestreden arrest vernietigd moest worden, met een beslissing over de kosten.