ECLI:NL:PHR:2007:AZ4763
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Fokkens
- Rechtspraak.nl
Verbeterde lezing van de bewezenverklaring in een strafzaak met betrekking tot list en bedrog
In deze zaak gaat het om een arrest van de Hoge Raad van 20 februari 2007, waarin de bewezenverklaring van feit 6 ter discussie staat. De verdachte was op 8 juli 2005 door het Gerechtshof te 's-Gravenhage veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf wegens list en bedrog in georganiseerd verband. Het Hof had ook vorderingen van benadeelde partijen toegewezen, maar enkele andere benadeelde partijen werden niet-ontvankelijk verklaard. De verdachte heeft cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door mr. G. Spong, advocaat te Amsterdam.
Het cassatiemiddel richt zich specifiek op de bewijsconstructie van het onder 6 bewezenverklaarde feit. De klacht is dat uit de door het Hof gebezigde bewijsmiddelen niet kan volgen dat de verdachte zich heeft voorgedaan als [A] bij de Postbank. De Hoge Raad constateert dat er een kennelijke vergissing is gemaakt in de bewezenverklaring, waarbij de woorden “en/of zijn mededader(s)” niet zijn opgenomen. Dit leidt tot de conclusie dat de bewezenverklaring niet kan standhouden.
De Hoge Raad leest de bewezenverklaring met herstel van deze misslag, waardoor het middel feitelijk geen grondslag meer heeft. De conclusie van de Procureur-Generaal is dan ook om de bestreden uitspraak te vernietigen ten aanzien van het onder 6 bewezenverklaarde feit, de opgelegde gevangenisstraf en de verbeurdverklaring, met terugwijzing van de zaak ter verdere berechting op het bestaande hoger beroep. Voor het overige wordt het beroep verworpen.