ECLI:NL:PHR:2007:BA5832
Parket bij de Hoge Raad
- M.C. van der Want
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van politieambtenaar om een ingeslotene te bevelen sieraden af te doen
In deze zaak gaat het om de vraag of een politieambtenaar bevoegd is om een ingeslotene te bevelen een oorbel uit te doen. De verdachte is op 8 januari 2005 aangehouden door de politie in Vlissingen, waarbij hem werd bevolen zijn oorbel af te doen. De verdachte weigerde dit, wat leidde tot zijn veroordeling voor opzettelijk niet voldoen aan een vordering van een ambtenaar. Het Gerechtshof te 's-Gravenhage heeft de verdachte hiervoor een taakstraf opgelegd. De Hoge Raad behandelt het cassatieberoep van de verdachte, die aanvoert dat de politieambtenaar niet bevoegd was om dit bevel te geven.
De Hoge Raad overweegt dat volgens artikel 28 van de Ambtsinstructie een politieambtenaar bevoegd is om ingeslotenen te onderzoeken op gevaarlijke voorwerpen. Dit houdt in dat de ambtenaar kan bevelen om sieraden af te doen, maar de wet biedt geen duidelijke grondslag voor de verplichting van de ingeslotene om hieraan te voldoen. De Hoge Raad concludeert dat het niet voldoen aan het bevel om de oorbel af te doen niet kan worden aangemerkt als een strafbaar feit volgens artikel 184 van het Wetboek van Strafrecht, omdat er geen rechtsplicht voor de verdachte was om aan het bevel te voldoen.
De conclusie van de Procureur-Generaal is dat de bestreden uitspraak van het Gerechtshof dient te worden vernietigd, behoudens voor zover het betreft de veroordeling voor eenvoudige belediging. De zaak wordt terugverwezen naar het Gerechtshof voor herbeoordeling van de straf voor het bewezen verklaarde feit van belediging. De Hoge Raad benadrukt het belang van de rechtsbescherming van burgers tegen onterecht gebruik van bevoegdheden door politieambtenaren.