5. De behandeling in hoger beroep is aangevangen ter terechtzitting van 12 december 2005. Het daarvan opgemaakte proces-verbaal houdt in, voor zover hier van belang:
"De raadsman verzoekt het woord te mogen voeren en doet dat, na verkregen toestemming als volgt, zakelijk weergegeven
Zoals u weet, heb ik de advocaat-generaal verzocht om vier getuigen op te roepen, te weten [getuige 2], [getuige 3], [getuige 4] en [getuige 1]. De advocaat-generaal heeft mijn verzoek geweigerd, voor zover het om de eerste drie getuigen gaat. Voor wat betreft [getuige 1] is de advocaat-generaal het met mij eens dat zij gehoord moet worden. Zij heeft haar verklaringen bij de politie zonder tolk afgelegd. Het is daarom de vraag of de aangifte van [getuige 1] wel juist op papier is gezet. Zonder verificatie is het voor mij geen betrouwbare verklaring.
De advocaat-generaal reageert daarop als volgt, zakelijk weergegeven:
Ik vindt het van belang om [getuige 1] te horen. Het probleem is echter dat zij op 30 september 2004 met onbekende bestemming vertrokken is uit het AZC in Amersfoort. Daarom is zij niet opgeroepen. Ik denk dat de conclusie getrokken kan worden dat het zinloos is haar op te roepen. Ik zal mij in een later stadium uitlaten over het gebruik van haar verklaring als bewijsmiddel.
De raadsman deelt daarop mede, zakelijk weergegeven:
Ik raad u aan om bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst te informeren en niet bij het AZC. Bij de IND moet er méér over haar bekend zijn. We weten dat haar geboorteland Palestina is. Ze moet te vinden zijn.
[getuige 3] kan verklaren dat [getuige 1] bereid was om voor € 500,- haar aangifte in te trekken. [Getuige 2] kan verklaren dat [getuige 5], die belastend over cliënt heeft verklaard, onder druk verhoord is. [Getuige 5] heeft dat aan [getuige 2] verteld. Overigens heeft [getuige 5] 60 uur werkstraf voor deze zaak gekregen.
De voorzitter stelt vast dat de getuigen in eerste aanleg niet zijn gehoord (...)
(...)
Het hof trekt zich terug in raadkamer (...) Na terugkeer in de zittingzaal deelt de voorzitter het standpunt van het hof mee, welke als volgt luidt:
(...)
Gelet op de informatie van de advocaat-generaal over het met onbekende bestemming vertrokken zijn van [getuige 1] wijst het hof het verzoek van de raadsman ook op dit punt af. Het hof deelt echter de mening van de raadsman en de advocaat-generaal dat er twijfel mogelijk is over de betrouwbaarheid van de door haar afgelegde verklaringen, nu zij buiten aanwezigheid van een tolk haar verklaring in de Engelse taal heeft afgelegd. Teneinde de betrouwbaarheid van de verklaringen van [getuige 1] beter te kunnen beoordelen, wenst het hof dat [getuige 5] als getuige wordt gehoord, nu hij [in] de woning aanwezig was tijdens de gebeurtenissen waarover [getuige 1] heeft verklaard. "