ECLI:NL:PHR:2008:BC0838
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Bleichrodt
- Rechtspraak.nl
Niet-naleving van oproeping en procesorde in hoger beroep
In deze zaak gaat het om de niet-naleving van de oproeping van de raadsman van de verdachte in hoger beroep. De advocaat van de verdachte, mr. M.R. Mantz, heeft op 6 december 2005 per fax aan de strafgriffie van het Hof medegedeeld dat hij de verdachte zal bijstaan. De griffier heeft de ontvangst van dit bericht bevestigd, maar er is geen bewijs dat een afschrift van de appeldagvaarding aan de raadsman is verzonden. Zowel de verdachte als zijn raadsman zijn niet verschenen tijdens de terechtzitting, wat leidde tot verstek. Dit roept vragen op over de naleving van artikel 51 van het Wetboek van Strafvordering, dat voorschrijft dat de raadsman op de hoogte moet worden gesteld van de zitting.
De Hoge Raad oordeelt dat het niet naleven van dit voorschrift in de weg staat aan een geldige behandeling van de zaak. De rechter moet zich ervan vergewissen dat het voorschrift is nageleefd of dat er een uitzondering van toepassing is. In dit geval blijkt uit het bestreden arrest en het proces-verbaal van de terechtzitting niet dat aan deze vereisten is voldaan. De Hoge Raad concludeert dat het Hof niet voldoende heeft gemotiveerd dat de raadsman op de hoogte was van de zitting, wat leidt tot de nietigheid van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep.
De conclusie van de Procureur-Generaal is dat de bestreden uitspraak moet worden vernietigd en de zaak moet worden terugverwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor een nieuwe behandeling. Dit is een belangrijke uitspraak die de noodzaak van een goede procesorde en de rechten van de verdachte en zijn raadsman onderstreept.