ECLI:NL:PHR:2008:BC8157
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Bleichrodt
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van klaagster in cassatieberoep betreffende teruggave van inbeslaggenomen schildpadden
In deze zaak gaat het om de niet-ontvankelijkheid van klaagster in haar cassatieberoep. Klaagster had acht schildpadden in beslag laten nemen, waarvan drie soorten bedreigd zijn en op bijlage A van de Verordening (EG) nr. 338/97 staan vermeld. De overige vijf schildpadden behoren tot een soort die op bijlage B staat, waarvoor de handel gereguleerd dient te worden. De Rechtbank te Dordrecht heeft op 22 augustus 2007 bepaald dat de schildpadden aan klaagster moeten worden teruggegeven, mits zij voldoet aan de registratie- en chipplicht. De veroordeelde heeft afstand gedaan van het recht om in beroep te gaan, en de Officier van Justitie heeft geen beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad heeft geconcludeerd dat klaagster geen belang meer heeft bij haar cassatieberoep, aangezien de hoofdzaak al is afgedaan en de schildpadden aan haar moeten worden teruggegeven. Hierdoor is klaagster niet-ontvankelijk verklaard in haar beroep. De conclusie van de Procureur-Generaal is dat het cassatieberoep van klaagster niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat er geen rechtsbelang meer is. Dit arrest is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de voorwaarden voor ontvankelijkheid in cassatie verduidelijkt, vooral in zaken waar de hoofdzaak reeds is afgedaan en er geen belang meer is bij het beroep.