1. De vermelde feiten zijn ontleend aan de beschikking d.d. 11 november 2003 van de rechtbank Rotterdam en de beschikking d.d. 23 november 2006, blz. 2 en 3, van het hof 's-Gravenhage.
2. Als productie gevoegd bij het inleidende verzoekschrift van de man in eerste aanleg. Onder 5 van dat verzoekschrift is - onbestreden - gesteld dat partijen zich destijds tot Mr. S.C. Dikkers hebben gewend terzake van een gemeenschappelijk verzoek tot echtscheiding c.q. echtscheidingbemiddeling.
3. Zie voor meer recente algemene beschouwingen omtrent het niet-wijzigingsbeding: de conclusies van A-G Mr. Wesseling-van Gent en A-G Mr. Huydecoper voor HR 9 september 2005, NJ 2006, 47, respectievelijk 8 september 2006, NJ 2006, 491; Asser-De Boer, 1, 2006, nrs. 640 en 641; B.M. Mens en H.L.J.M Kersten, Het beding van niet-wijziging, artikel 1:159 BW, Tijdschrift voor scheidingsrecht, 2006-11/12, blz. 185 e.v.; Th. M. Dorn, Monografieën NBW, 4a, Alimentatieverplichtingen, 2008, blz. 84 en 85; losbladige bundel Personen- en Familierecht (S.F.M. Wortmann), artikel 159, in het bijzonder aant. 4.
4. Er kan ook een wijziging met betrekking tot de behoefte van de alimentatiegerechtigde optreden.
5. Zie: Bijl. Hand. II. 1968-1969, 10 213, nr. 3, MvT, blz. 24 (destijds was het betreffende artikel genummerd 1: 158 BW); HR 15 juli 1985, NJ 1986, 489, rov. 3.3.
6. Hand. II, 1970-1971, blz. 3405 en 3406; HR 12 oktober 1984, NJ 1985, 114, rov. 3.3, tweede zin; HR 8 september 2006, NJ 2006, 491, rov. 3.3.2, eerste gedeelte van eerste zin;
7. Zie HR 12 oktober 1984, NJ 1985, 114, rov. 3.3, tweede en derde zin.; HR 30 januari 1998, NJ 1998, 349, rov. 3.5, sub a; HR 9 september 2005, NJ 2006, 47, rov. 3.5, tweede alinea; HR 8 september 2006, NJ 2006, 491, rov. 3.3.2, tweede gedeelte van eerste zin en tevens sub a.
8. Zie HR 15 juli 1985, NJ 1986, 489, rov. 3.4 sub c; HR 30 januari 1998, NJ 1998, 349, rov. 3.5, sub b; HR 8 september 2006, NJ 2006, 491, rov. 3.3.2, sub b en d.
9. Zie bijvoorbeeld HR 15 juli 1985, NJ 1986, 489, rov. 3.4, sub b; HR 30 januari 1998, NJ 1998, 349, rov. 3.5 sub c; HR 8 september 2006, NJ 2006, 491, rov. 3.3.2, slot tweede zin en sub c.
10. Zie HR 15 juli 1985, NJ 1986, 489, rov. 3.3, derde alinea; HR 23 december 1988, NJ 1989, 263, rov. 3.1, voorlaatste alinea; HR 30 januari 1998, NJ 1998, 349, rov. 3.3; HR 9 september 2005, NJ 2006, 47, rov. 3.5, derde alinea; HR 8 september 2006, NJ 2006, 491, rov. 3.3.2, tweede zin.
11. HR 12 september 2003, NJ 2004, 6, rov. 3.3.4, m.nt. SW. Het arrest ziet op een geval waarin bewust is afgeweken van de wettelijke maatstaven en wijziging op de voet van artikel 1:401 lid 5 wordt gevorderd. Het geval met een beding van niet-wijziging is daarmee te vergelijken. Het beding strekt er immers toe een gebondenheid aan een alimentatieafspraak te doen voortbestaan, ook al voldoet de afspraak door wijziging van omstandigheden niet langer aan de wettelijke maatstaven. Zie ook: A-G Mr. Huydecoper in de §§ 28 jo. 8, sub d van zijn conclusie voor HR 8 september 2006, NJ 2006, 491; B.M. Mens en H.L.J.M. Kersten, Het beding van niet-wijziging, art. 1:159 BW, Tijdschrift voor scheidingsrecht, 2006-11/12, blz. 188; Th. M. Dorn, Monografieën NBW, 4a, Alimentatieverplichtingen, 2008, blz. 85.