(ii) een proces-verbaal van [verbalisant 1] en [verbalisant 2] van 22 april 2005, inhoudende:
"Op vrijdag 25 maart 2005, omstreeks 16:15 uur reden wij in een onopvallend politievoertuig. Wij waren in uniform gekleed. Ter hoogte van de rotonde met de Voswinkelweg te Losser, gelegen binnen de bebouwde kom, zagen wij een zwart motorrijtuig van het merk Kawasaki de Oldenzaalsestraat oprijden. De Oldenzaalsestraat is ter plaatse gelegen buiten de bebouwde kom van Losser. Op de Oldenzaalsestraat geldt een maximumsnelheid van 80 km per uur. Het motorrijtuig viel ons op, omdat hij met hoge snelheid de rotonde op en af reed. Wij zijn hierop het motorrijtuig achterna gereden in de richting van Oldenzaal. Op de Oldenzaalsestraat versnelde het motorrijtuig. De snelheid liep zodanig op, omdat wij de motorrijder probeerden bij te houden, dat de snelheidsmeter van de dienstauto 160 km per uur aangaf en de motorrijder nog steeds verder op ons uitliep. Na correcties heeft de motorrijder minimaal 149 km per uur gereden.
Omdat de motorrijder zijn snelheid moest minderen vanwege een voor hem rijdend motorrijtuig, zagen wij kans om dichterbij te komen en een stopteken te geven aan de motorrijder. Dit stopteken gaven wij door middel van het uitklappen van het stopbord aan de voorzijde, dat is bevestigd aan de zonneklep van de dienstauto. Tevens is geprobeerd de motorrijder te waarschuwen door middel van lichtsignalen en geluidssignalen met behulp van de claxon van de dienstauto. Dit werd niet opgemerkt door de motorrijder, die vervolgens de voor hem rijdende personenauto inhaalde en zijn weg vervolgde met zeer hoge snelheid. Wij hebben de achtervolging ingezet.
Op het moment dat de motorrijder voor de kruising Oldenzaalsestraat met de Enschedesestraat, gelegen binnen de bebouwde kom van de gemeente Oldenzaal, stilstond, hebben wij ons dienstvoertuig naast de motorrijder tot stilstand gebracht en ons bekend gemaakt, als zijnde: politie, u moet ons volgen. Wij zagen dat de motorrijder in hoofdzakelijk zwarte motorkleding gekleed was en een snor had. De motorrijder keek ons dienstvoertuig in, gaf vervolgens gas en veranderde van voorsorteerstrook. De motorrijder reed in de richting Oldenzaal, binnen de bebouwde kom van de gemeente Oldenzaal, op een weg waar een maximumsnelheid van 50 km per uur is toegestaan. Op het weggedeelte tussen de Oldenzaalsestraat en de G.J. Nieuwenhuisstraat hebben wij 110 km per uur gereden. Deze snelheid was niet hoog genoeg om de motorrijder bij te houden. Na correctie moet de motorrijder minimaal 99 km per uur hebben gereden. Wij zagen dat de motorrijder steeds verder op ons uitliep. Wegens de veiligheid van onszelf, de motorrijder en overig verkeer hebben wij de achtervolging gestaakt.
Wij hebben door de hoge snelheid van de motorrijder, het kenteken niet goed kunnen zien. Wij twijfelden tussen de kentekens [AA-CC-00] en [AA-BB-00]. Uit nader onderzoek van de kentekens bleek dat [AA-CC-00] was afgegeven voor een Harley Davidson op naam van [bedrijf A], gevestigd te [vestigingsplaats]. Ik, [verbalisant 1], heb telefonisch contact gehad met de tenaamgestelde van het kenteken en deze vertelde mij, dat de betreffende motor in de showroom stond.
Bij het controleren van het kenteken [AA-BB-00] bleek dit te gaan om een Kawasaki op naam van [verdachte], wonende te [woonplaats].
Op 27 maart 2005 zijn wij, verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 3], bij de op naam gestelde van het motorrijtuig aan de deur geweest. Wij hebben met [verdachte] de afspraak gemaakt om met zijn motorfiets op het politiebureau te Losser te verschijnen op 1 april 2005. Hem is gevraagd, na verschijning op het politiebureau op 1 april 2005, bekend te maken wie de bestuurder is geweest op voornoemde datum, tijdstip en plaats. [Verdachte] wilde hier zijn medewerking niet aan verlenen."