ECLI:NL:PHR:2008:BD0420
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Bleichrodt
- Rechtspraak.nl
Profijtontneming en getuigenverzoek in strafzaak met mededaders
In deze zaak gaat het om de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel na een overval op een geldautomaat, waarbij de betrokkene samen met een mededader betrokken was. De Hoge Raad herhaalt de toepasselijke regels omtrent getuigenverzoeken en de verdeling van mededaders. Het hof oordeelt dat het verzoek tot het horen van getuigen onvoldoende onderbouwd was, en dat de enkele kennis van anderen over de overval niet impliceert dat zij ook recht hebben op een deel van de buit. De betrokkene heeft op 1 september 2005, met medewerking van een mededader, een overval gepleegd waarbij een aanzienlijk geldbedrag is verduisterd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene de volledige buit heeft verkregen, en het hof heeft deze conclusie bevestigd. De betrokkene heeft in hoger beroep zijn rol in de overval geminimaliseerd, maar het hof heeft geoordeeld dat de gehele opbrengst aan hem moet worden toegerekend. De verdediging heeft aangevoerd dat de buit verdeeld zou zijn onder meerdere betrokkenen, maar het hof heeft dit verweer verworpen, omdat er geen bewijs was voor de betrokkenheid van anderen bij de overval. De Hoge Raad bevestigt dat de ontnemingsrechter gebonden is aan de bewezenverklaring in de hoofdzaak, maar dat hij wel zelfstandig kan oordelen over de omvang van het verkregen voordeel. De conclusie van de Hoge Raad is dat de betrokkene het volledige bedrag van de verduistering moet terugbetalen aan de Staat, minus bepaalde kosten en een vordering van de benadeelde partij.