ECLI:NL:PHR:2008:BF0754
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Machielse
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van het onderzoek door ontbreken pleitnota in hoger beroep
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 december 2008 uitspraak gedaan over de nietigheid van het onderzoek in hoger beroep, als gevolg van het ontbreken van de pleitnota. De verdachte was in tweede aanleg vertegenwoordigd door mr. C.G. Th. Van de Weerd, maar deze pleitnota ontbrak bij de stukken die naar de Hoge Raad waren gezonden. De raadsman, mr. G. Spong, had eerder verzocht om de ontbrekende pleitnota, maar deze was niet meer te traceren. De Hoge Raad oordeelde dat het ontbreken van de pleitnota zozeer in strijd was met een behoorlijke procesorde, dat dit leidde tot nietigheid van het onderzoek en de daaropvolgende uitspraak van het Hof. De zaak was eerder behandeld door het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat de verdachte op 21 december 2006 niet strafbaar had verklaard en hem ontsloeg van alle rechtsvervolging, met de maatregel van plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis voor één jaar. De verdachte heeft cassatie ingesteld, maar de Hoge Raad concludeerde dat de verdachte geen belang had bij het cassatiemiddel, omdat het verzuim onherstelbaar was. De conclusie van de Procureur-Generaal was dan ook dat het cassatieberoep niet ontvankelijk was.