ECLI:NL:PHR:2008:BG1691
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Knigge
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid in cassatieberoep wegens niet indienen van middelen binnen de wettelijke termijn
In deze zaak heeft het Gerechtshof te Amsterdam op 20 juli 2007 de verdachte vrijgesproken van verschillende tenlastegelegde feiten, waaronder diefstal en oplichting. De verdachte is vervolgens veroordeeld tot vier jaren en zes maanden gevangenisstraf. Tegen deze uitspraak is door de verdachte cassatieberoep ingesteld. Op 8 april 2008 is de aanzegging van artikel 435 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) aan de verdachte betekend. De termijn voor het indienen van middelen van cassatie, zoals gesteld in artikel 437 Sv, liep af op 9 juni 2008. Echter, er is geen schriftuur met middelen van cassatie ingediend binnen deze termijn. Hierdoor kan de verdachte, conform artikel 437 lid 2 Sv, niet in zijn cassatieberoep worden ontvangen. De conclusie van de Advocaat-Generaal is dat de Hoge Raad de verdachte niet-ontvankelijk zal verklaren in het ingestelde cassatieberoep. Deze zaak is ook gerelateerd aan andere zaken tegen medeverdachten, waarover eveneens conclusies zijn getrokken.