ECLI:NL:PHR:2008:BG3508
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Jörg
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van cassatieberoep wegens niet tijdig indienen van middelen
In deze zaak heeft het gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 28 januari 2007 de verzoeker veroordeeld tot vijftien weken gevangenisstraf wegens opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en de Wet Wapens en Munitie. De verzoeker heeft tijdig beroep in cassatie ingesteld, maar er zijn geen middelen van cassatie ingediend door zijn raadsman. Volgens artikel 437, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) dient een schriftuur houdende middelen van cassatie binnen twee maanden na de betekening van de aanzegging door een raadsman te worden ingediend. Aangezien dit niet is gebeurd, kan de Hoge Raad verzoeker niet-ontvankelijk verklaren in zijn cassatieberoep. De conclusie van de Advocaat-Generaal is dan ook dat verzoeker niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn beroep. Deze zaak is gerelateerd aan een ontnemingszaak met griffienummer 07/10412 P, waarover eveneens een conclusie is getrokken.