ECLI:NL:PHR:2008:BG3508

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
23 december 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/10411
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Rechters
  • Mr. Jörg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van cassatieberoep wegens niet tijdig indienen van middelen

In deze zaak heeft het gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 28 januari 2007 de verzoeker veroordeeld tot vijftien weken gevangenisstraf wegens opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en de Wet Wapens en Munitie. De verzoeker heeft tijdig beroep in cassatie ingesteld, maar er zijn geen middelen van cassatie ingediend door zijn raadsman. Volgens artikel 437, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) dient een schriftuur houdende middelen van cassatie binnen twee maanden na de betekening van de aanzegging door een raadsman te worden ingediend. Aangezien dit niet is gebeurd, kan de Hoge Raad verzoeker niet-ontvankelijk verklaren in zijn cassatieberoep. De conclusie van de Advocaat-Generaal is dan ook dat verzoeker niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn beroep. Deze zaak is gerelateerd aan een ontnemingszaak met griffienummer 07/10412 P, waarover eveneens een conclusie is getrokken.

Conclusie

Nr. S 07/10411
Mr Jörg
Zitting 4 november 2008
Conclusie inzake:
[Verzoeker = verdachte]
1. Het gerechtshof te 's-Hertogenbosch heeft verzoeker bij arrest van 28 januari 2007 wegens - kort gezegd - opzettelijk handelen in strijd met een in art. 3, sub B, Opiumwet gegeven verbod en handelen in strijd met art. 26, eerste lid, Wet Wapens en Munitie, veroordeeld tot vijftien weken gevangenisstraf. Voorts heeft het hof de teruggave aan verzoeker van de inbeslaggenomen geldbedragen gelast.(1)
2. Verzoeker heeft tijdig beroep in cassatie doen instellen. Hoewel de aanzegging als bedoeld in art. 435, eerste lid, Sv geldig is betekend, zijn namens hem geen middelen van cassatie voorgesteld.
3. Ingevolge art. 437, tweede lid, Sv dient op straffe van niet-ontvankelijkheid binnen twee maanden na de betekening van de voorbedoelde aanzegging door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie te zijn ingediend. Nu bij de Hoge Raad niet tijdig een schriftuur is ingediend dient verzoeker niet-ontvankelijk in zijn cassatieberoep te worden verklaard.
4. Deze conclusie strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van verzoeker in zijn beroep.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
A-G
1 Deze zaak hangt samen met de ontnemingszaak met griffienummer 07/10412 P waarin ik heden eveneens concludeer.