ECLI:NL:PHR:2008:BG4182
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Knigge
- Rechtspraak.nl
Herstelarrest Hoge Raad inzake ontvankelijkheid cassatieberoep na administratieve vergissing
In deze zaak gaat het om een herstelarrest van de Hoge Raad, waarin de ontvankelijkheid van het cassatieberoep van de verdachte wordt behandeld. De verdachte was op 6 december 2006 door zijn raadsman als verdediger aangesteld, maar ontving ten onrechte geen afschrift van de aanzegging op basis van artikel 435 van het Wetboek van Strafvordering. Hierdoor werd de verdachte op 11 september 2007 niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep, omdat er geen middelen van cassatie waren ingediend. De Hoge Raad oordeelt dat de administratieve vergissing ernstige juridische gevolgen heeft en dat het noodzakelijk is om de eerdere uitspraak te herstellen. De verdachte heeft inmiddels, na een nieuwe aanzegging, tijdig een schriftuur met een middel van cassatie ingediend, waardoor hij alsnog in zijn beroep kan worden ontvangen.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de verdachte was op het moment van de aanzegging ingeschreven op een adres waar hij woonde boven een winkel. De appèldagvaarding was op 12 mei 2006 tevergeefs aangeboden op dat adres, omdat de postbode meldde dat de woning niet bestond. Na een tweede poging op 19 mei 2006 werd de dagvaarding wel in ontvangst genomen door een persoon die zich op dat adres bevond. Het Hof had de zaak bij verstek behandeld, zonder dat de verdachte of zijn advocaat aanwezig was.
De conclusie van de Advocaat-Generaal is dat de Hoge Raad het arrest van 11 september 2007 moet herstellen, de verdachte alsnog ontvankelijk moet verklaren in zijn beroep, en dat de redelijke termijn is geschonden. De Hoge Raad zal het beroep verwerpen, maar de administratieve tekortkoming heeft geleid tot een herstel van de procedure.