ECLI:NL:PHR:2008:BG5207
Parket bij de Hoge Raad
- Jörg
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot nader onderzoek in strafzaak wegens poging tot doodslag
In deze zaak heeft het Hof niet beslist op een verzoek van de verdediging tot het verrichten van nader onderzoek. Het Hof oordeelde dat het verzoek voorwaardelijk was gedaan, afhankelijk van de aanname dat het opzet in voorwaardelijke vorm bewezen zou worden. Aangezien het Hof dit niet heeft aangenomen, was het niet verplicht om op het verzoek te beslissen. De verdediging had aangevoerd dat er geen sprake was van voorwaardelijk opzet, omdat het slachtoffer niet had gezien dat de verdachte op hem had geschoten. Het Hof verwierp deze verweren en concludeerde dat de verdachte met opzet op het slachtoffer had geschoten. De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad concludeerde dat het Hof voldoende was voorgelicht om te beslissen over het opzet van de verdachte zonder nader onderzoek. Het Hof had vastgesteld dat de verdachte het vuurwapen uit zijn broeksband had gehaald en met opzet had geschoten. De conclusie van de A-G was dat het verzoek tot nader onderzoek niet nodig was en dat het beroep moest worden verworpen.