ECLI:NL:PHR:2008:BG6215
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Machielse
- Rechtspraak.nl
Profijtontneming en schatting van wederrechtelijk verkregen voordeel in strafzaken
In deze zaak gaat het om de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel van de veroordeelde, die in eerdere strafzaken is veroordeeld voor valsheid in geschrift en oplichting. De Hoge Raad behandelt de vraag of het hof bij de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel ten onrechte feiten heeft betrokken waarvan de verdachte is vrijgesproken. De veroordeelde is in de gevoegde zaken ter zake van valsheid in geschrift en oplichting veroordeeld, maar is vrijgesproken van andere feiten. De rechtbank te Haarlem heeft de veroordeelde de verplichting opgelegd tot betaling van € 80.055,27 aan de Staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Het hof heeft deze schatting gebaseerd op verschillende bewijsmiddelen, waaronder rapporten van verbalisanten. De Hoge Raad oordeelt dat het hof ten onrechte het voordeel dat is toegerekend aan het feit waarvan de betrokkene is vrijgesproken, heeft meegerekend bij de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Dit leidt tot de conclusie dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven. De Hoge Raad adviseert om het ontnemingsbedrag opnieuw vast te stellen, waarbij het voordeel dat is toegerekend aan het vrijgesproken feit niet wordt meegerekend. Tevens wordt opgemerkt dat de redelijke termijn is geschonden, wat leidt tot een verlaging van de betalingsverplichting.