4. De Rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld:
"Op 23 december 2002 is een Engels rechtshulpverzoek ingediend in het kader van een strafrechtelijk onderzoek naar de diefstal en/of heling van voornoemde geluidsbanden in de periode 1973-1995. Uit gesprekken die de Engelse politie met één van de verdachten in de strafzaak, genaamd [betrokkene 1], heeft gehad, blijkt dat op 10 januari 2003 een geïnfiltreerde Engelse politieagent met de andere verdachte in de strafzaak, [betrokkene 2], naar Nederland zou komen. De bedoeling was om de twee Nederlandse personen die de banden in hun bezit hadden te ontmoeten en om de banden tegen betaling van een hoog geldbedrag te kopen. Bij die ontmoeting in het pand [a-straat 1] te [plaats] zijn klager en [klager 2] aangehouden. In het pand zijn voornoemde banden aangetroffen en inbeslaggenomen. Klager heeft op 11 januari 2003 verklaard dat hij via [betrokkene 1] aan de banden was gekomen, die hem had verteld dat hij de banden van John Lennon had gekregen in de tijd dat [betrokkene 1] in de Apple studio's van The Beatles werkte.
[Klager 2] heeft op 11 januari 2003 verklaard dat hij in 1992 is benaderd door [betrokkene 1] die vertelde dat hij de banden te koop had en dat hij die banden van John Lennon had gekregen. Voorts heeft [klager 2] verklaard dat hij en klager op naam van hun bedrijf de banden voor £ 30.000,- hadden gekocht. Later hadden zij nóg een partij banden van deze [betrokkene 1] gekocht. In de zomer van 2002 is klager door [betrokkene 1] benaderd omdat [betrokkene 1] de banden terug wilde hebben. Klager heeft [klager 2] verteld dat [betrokkene 1] £100,000,- voor de banden geboden had. Uiteindelijk zouden de banden weer voor £ 125.000,- verkocht worden aan [betrokkene 1].
Op 29 april 2003 is de vordering van de officier van justitie, om op grond van artikel 552p Sv de inbeslaggenomen banden aan haar ter beschikking te stellen ter overdracht aan de Britse autoriteiten, toegewezen.
Het openbaar ministerie heeft bij brief van 22 juli 2005 aan klager laten weten voornemens te zijn de inbeslaggenomen banden aan Apple Films Limited terug te geven.
Op 14 juli 2006 is in de zaak tegen [betrokkene 1] door de Engelse rechter vonnis gewezen waarbij de ondertoezichtstelling van [betrokkene 1] is bevolen voor de duur van twee jaar. In het vonnis is te lezen dat de jury heeft vastgesteld dat de banden gestolen waren en dat deze toebehoren aan Apple Films Limited. In het kader van die strafzaak zijn de banden op echtheid onderzocht door een
aantal Britse deskundigen. Hun conclusie luidt dat de banden authentiek zijn. De zaak tegen [betrokkene 2] is op 17 juli 2006 afgedaan, waarbij hij is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden voorwaardelijk.
De zaken tegen klager en [klager 2] zijn op 6 januari 2007 geseponeerd waarbij als reden is opgegeven dat de benadeelden voldoende schadeloos zijn gesteld."