ECLI:NL:PHR:2009:BG5563
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Machielse
- Rechtspraak.nl
Verweermiddelen tegen de rechtsgeldigheid van de appeldagvaarding en de toepassing van artikel 63 Sr in strafzaken
In deze zaak gaat het om de veroordeling van de verdachte voor diefstal, waarbij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 17 januari 2007 het vonnis van de politierechter in de rechtbank te Roermond heeft bevestigd. De verdachte was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van een week, maar het hof heeft deze straf verhoogd naar drie weken. De advocaat van de verdachte heeft cassatie ingesteld, waarbij drie middelen van cassatie zijn ingediend. Het eerste middel betreft de rechtsgeldigheid van de appeldagvaarding, omdat de verdachte een ander adres zou hebben opgegeven dan het adres waar de dagvaarding naartoe is gestuurd. Het hof heeft geoordeeld dat de appeldagvaarding rechtsgeldig is uitgereikt, ondanks de bezwaren van de verdachte. Het tweede middel klaagt dat het hof artikel 63 Sr niet heeft aangehaald, wat betreft de veroordelingen door de politierechter. Het hof heeft verzuimd dit artikel te vermelden, maar de Hoge Raad kan dit verzuim herstellen. Het derde middel betreft de tijd die de verdachte in verzekering heeft doorgebracht, die niet in mindering is gebracht op de opgelegde straf. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat dit verzuim kan worden gecorrigeerd. De conclusie van de Procureur-Generaal is dat het eerste middel faalt, terwijl de overige middelen gegrond zijn, maar vruchteloos zijn voorgesteld. De Hoge Raad heeft geen grond gevonden voor vernietiging van het vonnis.