ECLI:NL:PHR:2009:BG6144
Parket bij de Hoge Raad
- M. Vellinga
- Rechtspraak.nl
Bewijsklacht t.a.v. veroorzaken van gevaar op de weg door slingerend rijgedrag
In deze zaak heeft de Hoge Raad zich gebogen over de vraag of de verdachte, die op 15 september 2005 te Maasdijk als bestuurder van een voertuig gevaar op de weg heeft veroorzaakt, terecht is veroordeeld. De verdachte was beschuldigd van slingerend rijden en het aanrijden van stoepranden, wat volgens de tenlastelegging gevaar op de weg zou hebben veroorzaakt. Het Hof had vastgesteld dat de verdachte met zijn voertuig, een Honda Civic, slingerend van links naar rechts reed en daarbij tegen stoepranden aanreed. Dit gedrag leidde tot een gevaarlijke situatie op de weg, wat door de verbalisanten werd waargenomen.
De Hoge Raad oordeelde dat het middel van de verdachte, dat betoogde dat het gevaar niet door zijn rijgedrag was veroorzaakt, faalde. De Hoge Raad stelde vast dat het Hof de term 'openbare weg' correct had toegepast in de bewezenverklaring, en dat de verdachte, door zijn rijgedrag, de veiligheid op de weg in gevaar had gebracht. De Hoge Raad wees erop dat de verdachte, ondanks dat de achterbanden van zijn voertuig leeg waren, niet had gestopt maar met hoog toerental achteruit bleef rijden, waardoor hij het gevaar in stand hield.
De conclusie van de Advocaat-Generaal was dat de bewezenverklaring voldoende was onderbouwd en dat er geen gronden waren om de uitspraak van het Hof te vernietigen. De Hoge Raad verwierp het beroep van de verdachte, waarmee de eerdere veroordeling werd bevestigd. Deze uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van bestuurders om hun voertuig onder controle te houden, ongeacht de omstandigheden.