8. Het in de wettelijke vorm onder nummer 011120008/1999 door [verbalisant 8] en [verbalisant 9], respectievelijk brigadier van politie, speurhondgeleider, behorende tot de technische recherche van de politie lJsselland en speurhondgeleider, buitengewoon opsporingsambtenaar, behorende tot de afdeling speurhonden van de Dienst Levende Have te Nunspeet, opgemaakt proces-verbaal, gesloten op 23 januari 1999, voorzover inhoudend - zakelijk weergegeven - als relaas van verbalisanten of een hunner (dossier-paragraaf 2.9.1 3):
Op dinsdag 12 januari 1999 te 08.50 uur, bevonden wij ons in de daarvoor bestemde ruimte te Nunspeet, voor het uitvoeren van een geuridentificatieproef, welke op 11 januari 1999 door [verbalisant 6] en [verbalisant 10] was voorbereid.
De geuridentificatieproef is uitgevoerd door [verbalisant 9] met de speurhond Spike. Spike is gecertificeerd als bedoeld in artikel 9 van de Regeling Politiespeurhonden, conform de eisen, gesteld in het Keuringsreglement Politiespeurhonden Menselijke Geur, Geuridentificatietaak, Certificaat nummer 03/98 d.d. 31 maart 1998.
De geuren worden Spike aangeboden op vierkante roestvrij stalen buisjes.
Deze buisjes worden vastgelegd op twee zogenaamde geuridentificatiebanken met elk zeven posities. De buisjes kunnen door de geleider worden vrijgegeven. Nadat Spike geur is aangeboden, loopt hij in de lengterichting over de rij als hij de buisjes beruikt. Als Spike zijn keuze maakt wil hij het betreffende buisje apporteren. Door mij, [verbalisant 9], wordt dan middels handopsteken aan de helper kenbaar gemaakt dat Spike een duidelijke keuze heeft gemaakt en wordt door mij, [verbalisant 9], na het afgesproken teken van de helper, het buisje vrijgegeven. Spike kan en zal het buisje dan apporteren.
Door mij, [verbalisant 8], werd als helper middels loting bepaald welke combinatie uit het Volgorde Schema moest worden gebruikt. Dit bleek nummer 21 te zijn. Daarna werden de buisjes met behulp van een tang geplaatst op de geschoonde roestvrijstalen elementen, vrij van de ondergrond, op de beide banken. Daarna werden de buisjes allemaal vergrendeld. De afstand tussen de buisjes bedroeg ongeveer 50 centimeter. Bij de loting en het uitleggen van de buisjes waren de geleider [verbalisant 9] en de speurhond Spike niet aanwezig. De uitslag van de loting was bij hun ook niet bekend. Tijdens de uitvoering van de proef waren alleen de geleider met zijn hond en de helper in de ruimte aanwezig.
Uitvoering proef: Uitgevoerd door [verbalisant 9] met de speurhond Spike.
Helper: [verbalisant 8]. Verdachte (X): [betrokkene 1], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum]. Uitgangsvoorwerp: Koevoet, BPS98-127374. Controlepersoon A: Zakmes. Plaatsbepaling: Combinatie 21 van het volgorde schema.
1e rij: Verdachte X op de 4e positie en controlepersoon A op de 6e positie.
2e rij: Verdachte X op de 7e positie en controlepersoon A op de 3e positie. Stap 1, 1e rij: Ik, [verbalisant 9], liet de speurhond Spike luchtnemen van het zakmes dat was belucht door de controlepersoon A. Daarna liet ik Spike vrij zoeken op de eerste rij. Gekomen bij het buisje op positie 6 zag ik dat Spike dat buisje zonder twijfel wilde apporteren. Dit maakte ik door handopsteken kenbaar aan de helper en gaf, na het afgesproken teken van de helper, het buisje vrij voor Spike, waarna Spike het buisje apporteerde.
Stap 2, 2e rij: Daarna gaf ik Spike weer lucht van het zakmes dat was belucht door de controlepersoon A en liet Spike vrij zoeken op de tweede rij. Gekomen bij het buisje op positie 3 zag ik dat Spike dat zonder twijfel wilde apporteren. Dit maakte ik door handopsteken kenbaar aan de helper en gaf, na het afgesproken teken van de helper, het buisje vrij voor Spike, waarna Spike het buisje apporteerde.
De door Spike in stap 1 en 2 geapporteerde buisjes waren de buisjes die door de controlepersoon A waren vastgehouden.
Stap 3: Tijdens de eerste twee proeven heb ik, [verbalisant 9], gezien dat de speurhond Spike goed en attent werkte en op geen enkel ander buisje dan de buisjes van de controlepersoon A reageerde.
Stap 4, 1e rij: Ik, [verbalisant 9], liet de speurhond Spike luchtnemen van de koevoet. Daarna liet ik Spike vrij zoeken op de eerste rij. Gekomen bij het buisje op positie 4 zag ik dat Spike dat buisje zonder twijfel wilde apporteren. Dit maakte ik door handopsteken kenbaar aan de helper en gaf, na het afgesproken teken van de helper, het buisje vrij voor Spike, waarna Spike het buisje apporteerde.
Stap 5, 2e rij: Ik, [verbalisant 9], liet de speurhond Spike weer luchtnemen van de koevoet en liet hem vrij zoeken op de tweede rij. Gekomen bij het buisje op positie 7 zag ik dat Spike dat buisje zonder twijfel wilde apporteren. Dit maakte ik door hand opsteken kenbaar aan de helper en gaf, na het afgesproken teken van de helper, het buisje vrij voor Spike, waarna Spike het buisje apporteerde. De door Spike in stap 4 en 5 geapporteerde buisjes die door de verdachte [betrokkene 1] waren vastgehouden.
Gezien het gedrag en de werkwijze van Spike, bleek mij, [verbalisant 9], dat Spike geurovereenkomst waarnam tussen de veiliggestelde koevoet en de buisjes met daaraan de menselijke geur van de verdachte [betrokkene 1].
De geuridentificatieproef is uitgevoerd volgens de voorschriften, genoemd in supplement 2 van het Keuringsreglement Politiespeurhond Menselijke Geur.
Er is in de twee weken voorafgaand aan deze geuridentiteitsproef met Spike geen andere positieve geuridentiteitsproef op de verdachte uitgevoerd.