ECLI:NL:PHR:2009:BH1987
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Wuisman
- Rechtspraak.nl
Beëindiging partneralimentatie na echtscheiding en wijziging van omstandigheden
In deze zaak gaat het om een geschil tussen voormalige echtelieden over de beëindiging van de partneralimentatie. De man, eiser tot cassatie, heeft verzocht om de alimentatiebijdrage aan de vrouw, verweerster in cassatie, te verlagen naar nihil, onder verwijzing naar gewijzigde omstandigheden. De partijen zijn op 12 november 1981 met elkaar gehuwd en hebben drie kinderen. Na de echtscheiding in 2002 is er een echtscheidingsconvenant opgesteld waarin de man zich verplichtte om € 1.000,- per maand aan de vrouw te betalen. Deze bijdrage is later geïndexeerd naar € 1.064,42 per maand. De man heeft zijn onderneming verkocht en ontvangt sindsdien een bijstandsuitkering. De vrouw heeft een parttime dienstverband en ontvangt ook een ziektewetuitkering.
De rechtbank Almelo heeft in eerste aanleg de alimentatiebijdrage van de man op nihil vastgesteld, wat de vrouw heeft aangevochten bij het hof Arnhem. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd en de alimentatie voor de periode van 1 maart 2007 tot 1 mei 2008 op nihil vastgesteld, maar oordeelde dat de man vanaf 1 mei 2008 weer in staat zou zijn om zijn oorspronkelijke inkomen te verdienen. De man heeft cassatieberoep ingesteld tegen deze beslissing.
In de cassatieprocedure heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de klachten van de man niet slagen. De Hoge Raad bevestigt dat de vrouw recht heeft op een bijdrage in haar levensonderhoud, ondanks de bijstandsuitkering die zij ontvangt. De Hoge Raad concludeert dat de man, gezien zijn gewijzigde omstandigheden, niet in staat is om de alimentatie te betalen zoals oorspronkelijk overeengekomen, maar dat hij in de toekomst weer in staat kan worden geacht om een inkomen te genereren. De conclusie van de Hoge Raad is dat het cassatieberoep van de man wordt verworpen.