ECLI:NL:PHR:2009:BH5221
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Jörg
- Rechtspraak.nl
Onvoldoende motivering van opzet bij aanwezig hebben van hennep
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 april 2009 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van verzoeker, die door het gerechtshof te Leeuwarden was veroordeeld tot een taakstraf van 180 uur wegens het opzettelijk aanwezig hebben van hennep. Verzoeker heeft in cassatie aangevoerd dat het hof onvoldoende gemotiveerd heeft vastgesteld dat hij opzet had op de aanwezigheid van de hennep. De Hoge Raad oordeelt dat het hof niet voldoende heeft gereageerd op het verweer van verzoeker, dat hij niet op de hoogte was van de inhoud van de dozen die in de auto waren geladen. De Hoge Raad constateert dat uit de bewijsmiddelen niet kan worden afgeleid dat verzoeker wist dat de dozen hennep bevatten. Het hof heeft niet vastgesteld of de dozen zodanig naar hennep roken dat verzoeker dit had moeten opmerken. Dit leidt tot de conclusie dat de bewezenverklaring van opzet onvoldoende gemotiveerd is. Daarnaast wordt opgemerkt dat de redelijke termijn voor de behandeling van het cassatieberoep is overschreden, wat gevolgen kan hebben voor de strafoplegging door het opvolgend hof. De conclusie van de Advocaat-Generaal strekt tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing naar het gerechtshof te Leeuwarden voor herbehandeling van de zaak.