ECLI:NL:PHR:2009:BH6533
Parket bij de Hoge Raad
- L. Timmerman
- Rechtspraak.nl
Toekenning van schadevergoeding voor huishoudelijke hulp na overlijden
In deze zaak gaat het om de toekenning van een schadevergoeding voor de kosten van huishoudelijke hulp na het overlijden van een echtgenote, die voorheen de huishouding verzorgde. De Hoge Raad behandelt de vraag of de financiële behoeftigheid van de nabestaande, in dit geval [verweerder], een voorwaarde is voor het recht op schadevergoeding op grond van artikel 6:108 lid 1 sub d BW. De feiten van de zaak zijn als volgt: [betrokkene 1], de echtgenote van [verweerder], is op 23 maart 2000 overleden na een aanrijding. Voor haar overlijden verrichtte zij alle huishoudelijke werkzaamheden. Na haar overlijden heeft [verweerder] hulp in de huishouding ingeschakeld en vorderde hij schadevergoeding van [eiser] voor het gederfde levensonderhoud.
De rechtbank Dordrecht oordeelde dat er geen aanspraak bestond op schadevergoeding omdat er sprake was van een overschot in de financiële positie van [verweerder]. Dit oordeel werd door het hof vernietigd, waarbij het hof oordeelde dat de financiële behoeftigheid van [verweerder] geen voorwaarde is voor het recht op schadevergoeding. De Hoge Raad bevestigt deze lijn van redeneren en stelt dat de behoefte aan vervangende hulp voldoende is voor het recht op schadevergoeding, ongeacht de financiële situatie van de nabestaande. De Hoge Raad benadrukt dat de omvang van de schadevergoeding moet worden bepaald aan de hand van de concrete omstandigheden van de nabestaande en dat toekomstige schade kan worden toegewezen, zelfs als er nog geen kosten zijn gemaakt voor huishoudelijke hulp.
De Hoge Raad concludeert dat de klachten van [eiser] over de motivering van het hof gegrond zijn, maar dat deze niet tot cassatie kunnen leiden omdat de relevante rechtsoverwegingen in het bestreden arrest niet zijn bestreden. De conclusie van de A-G strekt tot vernietiging van het bestreden arrest, waarmee de Hoge Raad de eerdere uitspraken van de lagere rechters heroverweegt en de noodzaak van een zorgvuldige schadebegroting benadrukt.