ECLI:NL:PHR:2009:BH7848
Parket bij de Hoge Raad
- P. van Schilfgaarde
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid voor onjuiste advisering bij belastingaangifte en schadevergoeding
In deze zaak gaat het om een schademelding van Stichting ABAB tegen [verweerder] wegens onjuiste advisering met betrekking tot de belastingaangifte bij een grondtransactie. De Hoge Raad behandelt de cassatie van ABAB tegen een arrest van het hof 's-Hertogenbosch, dat ABAB aansprakelijk heeft gesteld voor de schade die [verweerder] heeft geleden door het onjuiste advies. De feiten van de zaak zijn als volgt: [verweerder] heeft in 1986 een perceel weiland gekocht van zijn schoonouders, met een vervreemdingsbeding dat bij verkoop vóór 1996 een deel van de opbrengst aan zijn schoonouders moest worden betaald. In 1994 heeft [verweerder] een vaststellingsovereenkomst gesloten met zijn schoonouders, waarbij het vervreemdingsbeding werd opgeheven tegen betaling van een bedrag. ABAB heeft [verweerder] geadviseerd om dit bedrag als aftrekbare 'buitengewone last' op te geven bij de belastingaangifte. De belastingdienst heeft deze aftrek echter niet geaccepteerd, wat leidde tot een geschil tussen [verweerder] en ABAB. Het hof oordeelde dat ABAB onvoldoende had onderbouwd dat het advies over de aftrekbaarheid van de afkoopsom verdedigbaar was. De Hoge Raad concludeert dat het hof de betwisting van ABAB over de advisering niet voldoende heeft meegewogen en dat de eerste klacht van het cassatiemiddel slaagt. Dit leidt tot de vernietiging van het bestreden arrest en verwijzing naar een schadestaatprocedure.