ECLI:NL:PHR:2009:BI0464
Parket bij de Hoge Raad
- L. Timmerman
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep inzake uitbetaling van achterstallig loon en bewijsopdracht
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep dat is ingesteld door de eiser tegen een arrest van het gerechtshof, waarin het vonnis van de rechtbank te Amsterdam is vernietigd. Het hof had de eiser veroordeeld tot betaling van een geldsom aan de verweerder, die voortkwam uit een arbeidsovereenkomst. De eiser had in hoger beroep vijf klachten ingediend, die betrekking hadden op de bewijsopdracht en de hoogte van de ontbindingsvergoeding. De eerste klacht faalde omdat het hof geen uitbreiding van de bewijsopdracht had gegeven, maar enkel uitleg had gegeven over de grondslag van de vordering. De tweede klacht, die betrekking had op de hoogte van de ontbindingsvergoeding, werd verworpen omdat de eiser niet had aangetoond dat deze vergoeding buitensporig was. De derde klacht, die uiteen viel in subklachten, miste feitelijke grondslag en was te vaag om tot cassatie te leiden. De vierde klacht, die voortbouwde op eerdere klachten, faalde eveneens omdat deze niet voldeed aan de eisen die aan een cassatiemiddel worden gesteld. De vijfde en laatste klacht werd verworpen omdat het hof de argumenten van de eiser had besproken en deze niet slaagden. De conclusie van de advocaat-generaal was om het cassatieberoep te verwerpen.