ECLI:NL:PHR:2009:BI1458

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
12 mei 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/04075 H
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Rechters
  • Mr. Vellinga
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een veroordeling wegens onverzekerd rijden met een motorrijtuig

In deze zaak gaat het om een herzieningsverzoek van een aanvrager die eerder door de Kantonrechter te Haarlem is veroordeeld voor onverzekerd rijden met een motorrijtuig met het kenteken [AA-00-BB] op 1 maart 2006. De aanvrager stelt dat de veroordeling onterecht is, omdat de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) verzuimd heeft het kenteken [AA-00-BB] per 30 maart 2005 ongeldig te verklaren. Dit zou betekenen dat de aanvrager niet als houder van het voertuig kan worden beschouwd en dus niet strafbaar is voor het rijden zonder verzekering.

De feiten van de zaak zijn als volgt: op 25 oktober 2004 werd een Mercedes Benz 208 D met het kenteken [AA-00-BB] op naam van de aanvrager gesteld. De aanvrager heeft een vrijwaringsbewijs overgelegd waaruit blijkt dat hij het voertuig op 7 december 2004 heeft verkocht. Desondanks werd het voertuig op 23 december 2004 onder de aanvrager in beslag genomen. Bij een controle op 1 maart 2006 bleek dat er geen aansprakelijkheidsverzekering voor het voertuig was en dat het kentekenbewijs niet geschorst was.

De aanvrager heeft verschillende pogingen ondernomen om de tenaamstelling van het voertuig te laten vervallen, maar deze zijn door de RDW afgewezen. De aanvrager stelt dat hij niet in staat was om de tenaamstelling te schorsen omdat hij niet beschikte over de benodigde papieren. De conclusie van de Procureur-Generaal is dat, indien de kantonrechter op de hoogte was geweest van de ongeldigheid van het kenteken, de aanvrager mogelijk niet veroordeeld zou zijn. De Procureur-Generaal adviseert de Hoge Raad om de aanvraag tot herziening gegrond te verklaren en de zaak door te verwijzen naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling.

Conclusie

Nr. 08/04075 H
Mr. Vellinga
Zitting: 3 maart 2009
Conclusie inzake:
[Aanvrager]
1. Bij onherroepelijk geworden vonnis van de Kantonrechter te Haarlem van 21 december 2006 is aanvrager van herziening veroordeeld wegens - kort gezegd - onverzekerd rijden met een motorrijtuig met het kenteken [AA-00-BB], gepleegd op 1 maart 2006.
2. Namens aanvrager is door mr. J.L. Scheltens, advocaat te Haarlem, een aanvraag tot herziening ingediend.
3. De aanvraag berust op de stelling dat als de rechter er mee bekend was geweest dat de Rijksdienst voor het Wegverkeer heeft verzuimd het kenteken [AA-00-BB] per 30 maart 2005 ongeldig te verklaren, aanvrager niet zou zijn veroordeeld. Ter adstructie van deze stelling zijn bij de aanvraag een aantal stukken gevoegd, waarvan de inhoud op het volgende neerkomt.
4. Op 25 oktober 2004 is in het kentekenregister op naam van aanvrager gesteld een Mercedes Benz 208 D met het kenteken [AA-00-BB]. Aanvrager legt over een kopie van een vrijwaringsbewijs van een motorrijtuig met genoemd kenteken, gedateerd 7 december 2004, ten bewijze dat hij toen genoemd motorrijtuig heeft verkocht. Op 23 december 2004 wordt dit motorrijtuig (niettemin) onder aanvrager in beslag genomen.
Op 1 maart 2006 wordt bij een registercontrole geconstateerd dat voor genoemd motorrijtuig met het kenteken [AA-00-BB] geen aansprakelijkheidsverzekering van kracht is en ook dat de geldigheid van het kentekenbewijs toen niet geschorst was.
5. Bij brief van 26 juli 2005 deelt de Rijksdienst voor het wegverkeer aanvrager het volgende mede:
"Naar aanleiding van uw brief van 18-07-2005 deel ik het volgende mee.
(...)
Gelet op het voorgaande kan ik aan uw verzoek om verval van de tenaamstelling voor het voertuig met kenteken [AA-00-BB] derhalve vooralsnog niet voldoen.
Indien u de beschikking heeft over het tenaamstellingsbewijs* (deel IB) en het overschrijvingsbewijs* (deel II) dan bestaat de mogelijkheid het betreffende kenteken te schorsen voor de voertuigverplichtingen. Hiervoor kunt u terecht op een groter postkantoor. Bent u niet zelf in de gelegenheid om naar het postkantoor te gaan, dan kunt u iemand machtigen dit voor u te regelen. Het machtigingsformulier (RDW 940) is te verkrijgen op het postkantoor. In de ingesloten brochure kunt u in hoofdstuk 5 meer lezen omtrent het schorsen."
6. Bij brief van 11 maart 2008 deelt de Rijksdienst voor het wegverkeer aan aanvragers raadsman het volgende mee:
"Op 5 januari 2005 is door de politie Kennemerland afdeling Technische Recherche een onderzoek ingesteld naar de identiteit van het voertuig met het kenteken [AA-00-BB]. Uit dit onderzoek is gebleken dat het vinnummer in het betreffende voertuig niet door de fabrikant is ingeslagen. Het vinnummer dat door etsbehandeling naar voren is gekomen behoord toe aan het voertuig met het kentekennummer [CC-00-DD].
Naar aanleiding van dit onderzoek is het voertuig met het kenteken [CC-00-DD] door de RDW op 30-03-2005 ongeldig verklaard. Het voertuig met het kenteken [AA-00-BB] is helaas om onduidelijke reden niet ongeldig verklaard op 30-03-2005 maar pas op 07-03-2008."
7. Voorts houdt een aan aanvragers raadsman gerichte brief van de Belastingdienst/Centrale administratie d.d. 23 juni 2008 in:
"In uw brief van 28 april 2008 verzoekt u om vernietiging van de aan [aanvrager] opgelegde naheffingsaanslagen voor de auto met kenteken [AA-00-BB]. Uw cliënt zou al lang proberen de belastingdienst ervan te overtuigen dat hij niet meer in bezit is van betreffende voertuig.
De auto met kenteken [EE-00-FF] is op 23 december 2004 in beslag genomen door de politie. Volgens de informatie zijn de betreffende papieren niet in beslag genomen en had belanghebbende zelf kunnen zorgen dat de belastingheffing werd gestopt.
Daarnaast blijkt uit de door u meegestuurde kopie dat de RDW de geldigheid van het kentekenbewijs van de auto met kenteken [EE-00-FF] had moeten laten vervallen per 30 maart 2005 in plaats van 7 maart 2008.
Dit laatste is voor mij aanleiding geweest om [aanvrager] per 30 maart 2005, voor wat betreft de motorrijtuigenbelasting, niet meer te beschouwen als houder van het betreffende motorrijtuig.
Ik vernietig ambtshalve de naheffingsaanlagen.
(...)
Ik verleen ambtshalve teruggaaf voor het motorrijtuig met kenteken [AA-00-BB] tot een bedrag van € 396. Deze teruggaaf wordt automatisch teruggestort op uw rekening, of verrekend met een belastingschuld die u al had moeten betalen. Hierover ontvangt u apart bericht."
8. Uit voorgaande stukken blijkt dat aanvrager zich heeft ingespannen om vervallenverklaring van de tenaamstelling van het onderhavige motorvoertuig te krijgen, doch dat dat verzoek door - kort gezegd -een misslag bij de Rijksdienst voor het wegverkeer is afgewezen.
9. Aanvrager licht niet toe waarom hij niet gebruik heeft gemaakt van de in de brief van 26 juli 2005 genoemde mogelijkheid het kenteken te schorsen (art. 67 WVW1994 jo art. 50 Kentekenreglement). Het is niet ondenkbaar dat die mogelijkheid voor hem niet bestond omdat hij niet zou beschikken over bij het motorvoertuig behorende papieren. In de brief van aanvragers raadsman van 21 november 2007 wordt immers gemeld dat aan aanvrager door de politie zou zijn medegedeeld dat het vrijwaringsbewijs, dat hem bij verkoop van de auto op 7 december 2004 was verstrekt, vals zou zijn.
10. In het onderhavige geval doet zich kennelijk het geval voor dat het kentekenbewijs behorende bij het kenteken [AA-00-BB] is afgegeven op grond van bij de aanvraag verschafte onjuiste gegevens, te weten een niet bij het betreffende voertuig behorend VIN-nummer. Dat verklaart waarom de Rijksdienst voor het wegverkeer van oordeel is dat het kenteken [AA-00-BB] (lees: het bij dat kenteken behorende kentekenbewijs) ten onrechte niet ongeldig is verklaard; zie art. 58 lid 1 onder a WVW1994 jo. art. 37 lid 1 Kentekenreglement. Had de Rijksdienst voor het wegverkeer haar wettelijke plicht niet verzaakt, dan was de tenaamstelling van het onderhavige voertuig op 7 maart 2005 komen te vervallen (art. 59 lid 1 WVW1994 jo. art. 40 Kentekenreglement).
11. Is de tenaamstelling komen te vervallen dan geldt ingevolge het systeem van de aan de kentekenregistratie gekoppelde plicht tot verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid(1) (art. 2 WAM) degene van wie de tenaamstelling is komen te vervallen niet meer als degene aan wie een kenteken is opgegeven en aan wie voor dat motorrijtuig een kentekenbewijs is afgegeven (vgl. art. 30 leden 1 en 2 WAM).
12. Daarmee rijst een ernstig vermoeden dat zou de kantonrechter genoemde omstandigheid bekend zijn geweest, het onderzoek der zaak zou hebben geleid tot vrijspraak van de veroordeelde omdat aanvrager gelijk dient te worden gesteld met iemand van wie de tenaamstelling is vervallen. Alleen zo immers wordt bereikt dat niet ten aanzien van iemand, die in het kentekenregister ten onrechte staat vermeld als houder van het kenteken, in strijd met de bedoeling van de wet een verzekeringsplicht wordt aangenomen.
13. Voor het geval zou worden geoordeeld dat een ernstig vermoeden bestaat dat de kantonrechter tot ontslag van rechtsvervolging zou zijn gekomen op de grond dat aanvrager niet strafbaar was, omdat hem geen verwijt kon worden gemaakt van de omstandigheid dat de Rijksdienst voor het wegverkeer de wet niet in acht heeft genomen, merk ik op dat dan in de procedure na herziening zou dienen te worden onderzocht waarom aanvrager niet, zoals hem is aangeraden, schorsing van de geldigheid van het kentekenbewijs heeft gevraagd.(2) Nu aanvrager op dat punt in de onderhavige procedure geen opheldering verschaft is daarmee bedoeld vermoeden minder sterk dan in het door mij onder 12 geschetste geval. Ik geef echter de voorkeur aan de onder 12 geschetste aanpak omdat deze het beste aansluit bij het systeem van de wet en de beste waarborg biedt dat aanvrager niet toch komt te staan voor de gevolgen van nalatigheid van de Rijksdienst voor het wegverkeer bij de uitvoering van de wet. Een onjuiste vermelding in het kentekenregister betekent immers dat ook ten onrechte een verzekeringsplicht wordt aangenomen.
14. Deze conclusie strekt ertoe dat de Hoge Raad de aanvrage gegrond zal verklaren, voor zoveel nodig de opschorting of schorsing van de tenuitvoerlegging van het gewijsde zal bevelen en de zaak zal verwijzen naar het gerechtshof te Amsterdam, opdat de zaak zal worden behandeld en afgedaan op de wijze als in art. 467, eerste lid, Sv is voorzien.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG
1 Zie daarover Kamerstukken II, 1976-1977, 14 281, nrs. 1 - 4, p. 11 e.v.
2 In HR 26 oktober 1993, 54-93-V (WAHV-zaak) oordeelde de Hoge Raad dat een onjuiste tenaamstelling van een kenteken komt voor risico van degene op wiens naam het kenteken is geregistreerd, in HR 19 maart 1996, 224-95-V (WAHV-zaak) dat nader onderzoek diende te geschieden naar het verweer van de betrokkene dat het kenteken door een vergissing ten onrechte op haar naam was geregistreerd