ECLI:NL:PHR:2009:BJ2668
Parket bij de Hoge Raad
- W. W. de Groot
- Rechtspraak.nl
Civiel recht: Verzekeringsrecht en causaal verband bij verkeersongeval
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van eiser, die betrokken was bij een verkeersongeval op 24 november 2006. Eiser, zittend in zijn stilstaande auto, werd van achteren aangereden door een WAM-verzekerde automobilist, die verzekerd was bij Fortis ASR Schadeverzekering N.V. Na het ongeval ontwikkelde eiser nek- en hoofdklachten, waarvoor hij medische hulp zocht. Fortis erkende de aansprakelijkheid van de bij haar verzekerde automobilist en begon met het uitbetalen van voorschotten aan eiser, maar trok later de conclusie dat er geen causaal verband was tussen de klachten van eiser en het ongeval. Eiser startte een kort geding tegen Fortis, waarin hij een voorschot op de schadevergoeding vorderde. De voorzieningenrechter oordeelde dat er aanwijzingen waren voor een causaal verband en veroordeelde Fortis tot betaling van een voorschot.
Fortis ging in hoger beroep bij het hof Amsterdam, dat de grieven van Fortis gegrond achtte, maar het vonnis van de voorzieningenrechter bekrachtigde. Eiser stelde cassatieberoep in, waarbij hij twee cassatiemiddelen aanvoerde. De Hoge Raad oordeelde dat het hof de bewijslast correct had verdeeld en dat eiser diende te bewijzen dat zijn klachten een gevolg waren van het ongeval. De Hoge Raad concludeerde dat de oordelen van het hof, die voornamelijk feitelijk van aard waren, niet in cassatie konden worden getoetst. De Hoge Raad verwierp het cassatieberoep van eiser, waarmee de eerdere uitspraken in stand bleven.