ECLI:NL:PHR:2009:BJ3538

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
13 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/00189
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Rechters
  • Mr. Vellinga
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal met geweld door twee verenigde personen

In deze zaak heeft het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch de verdachte veroordeeld voor diefstal, gevolgd van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad de vlucht mogelijk te maken of het bezit van het gestolene te verzekeren. De verdachte, die samen met haar dochter handelde, kreeg een taakstraf opgelegd van 112 uur, subsidiair 56 dagen hechtenis. De verdediging, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.J. Baumgardt, heeft twee middelen van cassatie ingediend, waarin werd betoogd dat uit de gebezigde bewijsmiddelen niet kan worden afgeleid dat de verdachte de diefstal met geweld tezamen en in vereniging met haar dochter heeft gepleegd.

Tijdens de behandeling van de middelen heeft de Hoge Raad vastgesteld dat, zelfs als de deelname van de dochter aan de diefstal met geweld niet bewezen zou kunnen worden, de opgelegde straf niet in de buurt komt van de maximale straf voor diefstal met geweld zoals vastgelegd in artikel 312 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht. Het Hof heeft in zijn overwegingen met betrekking tot de opgelegde straf niet in aanmerking genomen dat de verdachte het feit samen met haar dochter heeft gepleegd. De Hoge Raad concludeert dat de middelen van cassatie geen kans van slagen hebben en dat er geen gronden zijn gevonden om de bestreden uitspraak ambtshalve te vernietigen. De conclusie van de Advocaat-Generaal strekt tot verwerping van het beroep.

Conclusie

Nr. 08/00189
Zitting: 7 juli 2009
Mr. Vellinga
Conclusie inzake:
[Verdachte]
1. Verdachte is door het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch wegens "diefstal, gevolgd van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt begaan door twee of meer verenigde personen" veroordeeld tot een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 112 uur, subsidiair 56 dagen hechtenis.
2. Namens verdachte heeft mr. R.J. Baumgardt, advocaat te Spijkenisse, twee middelen van cassatie voorgesteld.
3. De middelen klagen dat niet uit de gebezigde bewijsmiddelen kan worden afgeleid dat de verdachte de bewezenverklaarde diefstal met geweld heeft gepleegd tezamen en in vereniging met haar dochter.
4. Bij de bespreking van de middelen heeft de verdachte geen belang. Ook wanneer de deelname van verdachtes dochter aan de diefstal met geweld niet bewezen zou kunnen worden komt de hoogte van de opgelegde straf bij benadering niet in de buurt van de ten hoogste op diefstal met geweld gestelde straf (art. 312 lid 1 Sr), terwijl het Hof in de overwegingen met betrekking tot de opgelegde straf niet in zijn oordeel heeft betrokken dat verdachte het feit met haar dochter heeft gepleegd.
5. De middelen kunnen worden afgedaan met de in art. 81 RO bedoelde motivering.
6. Gronden waarop de Hoge Raad gebruik zou moeten maken van zijn bevoegdheid de bestreden uitspraak ambtshalve te vernietigen heb ik niet aangetroffen. Deze conclusie strekt tot verwerping van het beroep.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG