ECLI:NL:PHR:2009:BJ3538
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Vellinga
- Rechtspraak.nl
Diefstal met geweld door twee verenigde personen
In deze zaak heeft het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch de verdachte veroordeeld voor diefstal, gevolgd van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad de vlucht mogelijk te maken of het bezit van het gestolene te verzekeren. De verdachte, die samen met haar dochter handelde, kreeg een taakstraf opgelegd van 112 uur, subsidiair 56 dagen hechtenis. De verdediging, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.J. Baumgardt, heeft twee middelen van cassatie ingediend, waarin werd betoogd dat uit de gebezigde bewijsmiddelen niet kan worden afgeleid dat de verdachte de diefstal met geweld tezamen en in vereniging met haar dochter heeft gepleegd.
Tijdens de behandeling van de middelen heeft de Hoge Raad vastgesteld dat, zelfs als de deelname van de dochter aan de diefstal met geweld niet bewezen zou kunnen worden, de opgelegde straf niet in de buurt komt van de maximale straf voor diefstal met geweld zoals vastgelegd in artikel 312 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht. Het Hof heeft in zijn overwegingen met betrekking tot de opgelegde straf niet in aanmerking genomen dat de verdachte het feit samen met haar dochter heeft gepleegd. De Hoge Raad concludeert dat de middelen van cassatie geen kans van slagen hebben en dat er geen gronden zijn gevonden om de bestreden uitspraak ambtshalve te vernietigen. De conclusie van de Advocaat-Generaal strekt tot verwerping van het beroep.