ECLI:NL:PHR:2009:BJ7319
Parket bij de Hoge Raad
- L. Timmerman
- Rechtspraak.nl
Geschil over de uitleg en uitvoering van een vaststellingsovereenkomst met betrekking tot aandelenoptie
In deze zaak gaat het om een geschil tussen B.M.K. Beheer B.V. (hierna: BMK) en [eiser], die als enig aandeelhouder en bestuurder van [A] B.V. optreedt. De kern van het geschil betreft de uitleg en uitvoering van een vaststellingsovereenkomst die op 5 juli 2004 is gesloten tussen [A], Porocom International B.V. (hierna: Porocom) en BMK. Deze overeenkomst verleent [A] een optie op aandelen in Porocom, waarvoor een bedrag van € 50.000,- betaald diende te worden. De uitoefening van deze optie moest plaatsvinden voor 31 december 2004, met een verplichting tot betaling van € 200.000,- aan de aandeelhouders van Porocom uiterlijk op 1 juli 2005.
[Eiser] heeft het bedrag van € 50.000,- betaald en heeft vervolgens op 16 september 2004 via zijn advocaat aan de aandeelhouders van Porocom bevestigd dat hij de optie uitoefent. BMK, als verweerster, heeft echter betwist dat [eiser] de optie voor zichzelf heeft verworven en heeft in cassatie aangevoerd dat de uitleg van de vaststellingsovereenkomst door het Gerechtshof te Amsterdam onjuist was. Het hof heeft in zijn arrest van 28 februari 2008 geoordeeld dat [eiser] de optie daadwerkelijk heeft verworven en dat BMK redelijkerwijs mocht begrijpen dat [eiser] de optie voor zichzelf wenste te verkrijgen.
De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal overgenomen en geoordeeld dat de motiveringsklachten van BMK grotendeels feitelijke grondslag missen. De Hoge Raad heeft de zaak dan ook verworpen, waarbij het hof terecht heeft geoordeeld dat er geen sprake is van contractsoverneming in de zin van artikel 6:159 BW. De conclusie strekt tot verwerping van het cassatieberoep, waarbij de Hoge Raad de eerdere oordelen van het hof en de rechtbank heeft bevestigd.