ECLI:NL:PHR:2009:BJ8258
Parket bij de Hoge Raad
- W. W. R. Wuisman
- Rechtspraak.nl
Verdeling van schade na verkeersongeval en causaliteitsafweging
In deze zaak gaat het om een verkeersongeval dat plaatsvond op 13 september 2000 te Eindhoven, waarbij [verweerder 1] als bestuurder van een motor en [eiser 2] als bestuurder van een personenauto betrokken waren. De aanrijding vond plaats op een kruising waar [verweerder 1] rechtdoor wilde rijden en [eiser 2] linksaf wilde slaan. De rechterlijke instanties hebben zich gebogen over de vraag in hoeverre de schade die [verweerder 1] heeft geleden, te wijten is aan de verkeersfouten van beide partijen. De rechtbank oordeelde dat [eiser 2] in beginsel aansprakelijk was voor de schade, maar dat de fouten van beide partijen in de causaliteitsafweging moesten worden meegenomen. De rechtbank concludeerde dat [eiser 2] voor 40% en [verweerder 1] voor 60% verantwoordelijk was voor de schade, maar paste een billijkheidscorrectie toe, waardoor [verweerder 1] 80% van de schade moest dragen.
In hoger beroep heeft het hof de verdeling van de aansprakelijkheid herzien en oordeelde dat de fout van [eiser 2] 70% van de schade veroorzaakte, terwijl die van [verweerder 1] voor 30% verantwoordelijk was. Het hof paste ook een billijkheidscorrectie toe, waardoor [eiser] c.s. 80% van de schade van [verweerder 1] moesten dragen. In cassatie werd door [eiser] c.s. betoogd dat het hof ten onrechte de snelheid van [verweerder 1] en het feit dat hij door geel of rood licht reed, niet in de causaliteitsafweging heeft betrokken. De Hoge Raad oordeelde dat het hof de juiste maatstaf heeft aangelegd en dat de klachten van [eiser] c.s. niet opgingen. De conclusie was dat het cassatieberoep werd verworpen.