ECLI:NL:PHR:2009:BJ8635
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Machielse
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van cassatieberoep in strafzaken en de rol van de rechter
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van een cassatieberoep tegen een beslissing van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch. De verdachte had op 30 oktober 2007 een verzoek ingediend tot opheffing van de voorlopige hechtenis, welke door de rechtbank werd gehonoreerd. De Officier van Justitie ging echter in hoger beroep, waarna het Gerechtshof op 6 november 2007 de beschikking van de rechtbank vernietigde en het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis afwees. De advocaat van de verdachte, mr. F.A.J. van Rijthoven, stelde op 7 november 2007 cassatie in, ondanks het feit dat hij zich bewust was van het ontbreken van een wettelijk cassatieberoep tegen de beslissing van het hof. Hij betoogde dat het hof artikel 5 RO niet correct had uitgelegd en dat de beslissing niet in stand kon blijven.
Vervolgens heeft mr. R.J. Baumgardt, opvolgend raadsman van de verdachte, de Hoge Raad benaderd en de eerdere brief van mr. Van Rijthoven als cassatieschriftuur gepresenteerd. De rolraadsheer verleende een nieuwe termijn voor het indienen van een schriftuur, die op 27 februari 2009 afliep. De zaak betreft een situatie waarin een niet-benoemde rechter deelnam aan de zitting van de rechtbank, wat vragen oproept over de rechtsgeldigheid van de genomen beslissingen.
De Hoge Raad overweegt dat artikel 445 Sv bepaalt dat tegen beschikkingen hoger beroep of cassatie niet openstaat, tenzij de wet dit uitdrukkelijk toestaat. Dit gesloten stelsel van rechtsmiddelen betekent dat een rechterlijke beslissing niet anders kan worden aangetast dan door het aanwenden van een rechtsmiddel. De Hoge Raad heeft in eerdere uitspraken duidelijk gemaakt dat het niet de taak van de rechter is om het gesloten stelsel van rechtsmiddelen te doorbreken. De conclusie van de Hoge Raad is dat het cassatieberoep niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat er geen grond is om de duidelijke lijn in de rechtspraak te doorbreken.