1 De WRO is per 1 juli 2008, met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening, Stb. 2006, 566 (hierna Wro), en de Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening, Stb. 2008, 180, vervallen; zie Stb. 2008, 227.
2 Rov. 2 van het bestreden arrest in samenhang met de rov. 2.1-2.5 van het eindvonnis van de rechtbank Haarlem van 22 februari 2006.
3 De cassatiedagvaarding is op 19 maart 2008 uitgebracht, terwijl het bestreden arrest op 20 december 2007 is gewezen.
4 Weliswaar worden in de schriftelijke toelichting van mr. Garretsen onder 12 tegen dit uitgangspunt klachten ontwikkeld, maar op klachten die eerst na de cassatiedagvaarding worden aangevoerd kan de Hoge Raad geen acht slaan.
5 Ruimtelijk bestuursrecht deel 2, WRO, art. 33 aant. 1 (J.W. van Zundert).
6 Zulks geschiedde bij amendement van Van Dok-van Weele, Ravestein en Van Wijmen (Kamerstukken II 1998-99, 25 311, nr. 46). Zie daarover Ruimtelijk bestuursrecht deel 2, WRO, art. 19 aant. 1.3, p. WRO art. 19-31 (J.W. van Zundert).
7 P.J.J. van Buuren e.a., Hoofdlijnen ruimtelijk bestuursrecht (2006), p. 105 en 162; P.J.J. van Buuren e.a., Hoofdlijnen ruimtelijk bestuursrecht (2009), p. 130/131.
8 AbRvS 17 december 2003, AB 2004, 130, m.nt TN.
9 Zie de noot bij de in de vorige voetnoot genoemde uitspraak onder 2; P.J.J. van Buuren e.a., a.w. (2006), p. 162; Ruimtelijk bestuursrecht deel 2, WRO, art. 19 aant. 4, onder "Voorbereidingsbesluit t.b.v. vrijstelling vierde lid" (J.W. van Zundert). Zie voor kritiek op art. 19 lid 4 WRO de literatuur genoemd in Ruimtelijk bestuursrecht deel 2, WRO, art. 19 aant. 1.3, p. WRO art.19-31 (J.W. van Zundert).
10 AbRvS 1 februari 1996, AB 1996, 109, m.nt. P.J.J. van Buuren.
11 Ruimtelijk bestuursrecht deel 2, WRO, art. 33 aant. 3 (J.W. van Zundert).
12 Vgl. P.J.J. van Buuren e.a., a.w. (2009), p. 135-139.
13 Zie art. 8.1 Wro jo art. 7:1 Awb; afdeling 3.4 Awb is krachtens art. 3.9 Wro op de afwijzing van een aanvraag een bestemmingsplan vast te stellen niet van toepassing, zodat de uitzondering van art. 7:1 lid 1 onder d Awb zich niet voordoet.
14 Vgl. P.J.J. van Buuren e.a., a.w. (2009), p. 134.
15 Vgl. voor een toepassing van dit overgangsrecht AbRvS 25 februari 2009, AB 2009, 190, m.nt. T.E.P.A. Lam.
16 Kamerstukken I 1998-99, 25 311, nr. 207b, p. 6.
17 Kamerstukken I 1998-99, 25 311, nr. 207b, p. 5.
18 Kamerstukken I 1998-99, 25 311, nr. 207b. p. 7.
19 Kamerstukken I 1998-99, 25 311, nr. 207b, p. 11-12.
20 Handelingen I, beraadslaging 29 juni 1999, EK 36, p. 36-1578/1579.
21 ArRvS 28 maart 1977, BR 1977, p. 548; ArRvS 10 mei 1983, AB 1983, 484, m.nt. CLR; AbRvS 17 oktober 1995, LJN: AP8859; AbRvS 16 januari 1996, LJN: AP8574. Zie ook T&C Ruimtelijk Bestuursrecht (2006), aantekening op art. 33 (J.W. van Zundert), Ruimtelijk bestuursrecht deel 2, WRO, art. 33, aant. 1 en 3 (J.W. van Zundert) en de noot van H.J. de Vries onder AbRvS 20 maart 2002, BR 2002, p. 611, onder 3.
22 AbRvS 19 november 2008, LJN: BG4700.
23 AbRvS 15 april 1997, AB 1997, 289, m.nt. P.J.J. van Buuren; AbRvS 13 december 2006, LJN: AZ4289.
24 ABRvS 20 november 2002, LJN: AP4532.
25 De termijn van art. 33 WRO heeft in zoverre normerende werking dat de planhorizon - de periode waarover het bestemmingsplan zich uitstrekt - door die termijn wordt begrensd. Zie AbRvS 16 mei 1997, BR 1998, p. 44, en de noot van H.J. de Vries onder deze uitspraak onder 1; Ruimtelijk bestuursrecht deel 2, WRO, art. 33 aant. 3 onder "Planhorizon" (J.W. van Zundert); de noot van H.J. de Vries onder AbRvS 20 maart 2002, BR 2002, p. 611, onder 3; AbRvS 14 mei 2008, AB 2008, 201.
26 Rov. 4.2 van het vonnis van de rechtbank Haarlem van 22 februari 2006.
27 P.J.J. van Buuren e.a., a.w. (2006), p. 106 en 173-176.
28 P.J.J. van Buuren e.a., a.w. (2006), p. 110-111. Ruimtelijk bestuursrecht deel 2, WRO, art. 21 aant. 1 (J.W. van Zundert).
29 P.J.J. van Buuren e.a., a.w. (2006), p. 167.
30 P.J.J. van Buuren e.a., a.w. (2006) p. 175.
31 Zie in verband met deze mogelijkheid Ruimtelijk bestuursrecht deel 2, WRO, art. 19 aant. 3.1 (J.W. van Zundert), art. 21 aant. 4 onder "Weigering voorbereidingsbesluit" (J.W. van Zundert), art. 25 aant. 1 onder "Weigering planvaststelling" (J.W. van Zundert) en meer in het algemeen Van Wijk/Konijnenbelt & Van Male, Hoofdstukken van bestuursrecht (2008), p. 707 e.v..
32 Zie voetnoot 23 en P.J.J. van Buuren e.a., a.w. (2006), p. 33 en p. 110, over de marginale toetsing van voorbereidingsbesluiten door de bestuursrechter.