2. Voor een volledig overzicht van de tussen partijen vaststaande feiten verwijs ik naar rov. 2 van het in zoverre in cassatie niet bestreden arrest van het hof. Het hof verwijst in deze rechtsoverweging naar rov. 2 van het vonnis in eerste aanleg en geeft vervolgens uitvoerig weer waar het in deze zaak om gaat, met citaten uit de diverse rapportages, waaronder de rapportage van IndusTox die in opdracht van Hunter Douglas een onderzoek heeft verricht naar de blootstelling aan chemische stoffen binnen haar bedrijf, naar de rapportage van de RBGD-Rotterdam van het onderzoek naar de "functiegebonden blootstelling aan vluchtige oplosmiddel-componenten" bij Hunter Douglas, naar het onderzoeksrapport van PPG Industries Inc. uitgebracht naar aanleiding van de introductie van een nieuwe laksoort, naar de rapportage van de Arbo Unie naar aanleiding van metingen uitgevoerd in het kader van een risico-evaluatie en -inventarisatie.
Tussen partijen staat onder meer het volgende vast:
i) Hunter Douglas produceert onder meer aluminium lamellen (Luxaflex).
ii) [Verweerder], geboren op [geboortedatum] 1965, is op 7 maart 1988 bij Hunter Douglas in dienst getreden. Hij was als operator werkzaam op de afdeling Coil Coating. Tot de werkzaamheden van [verweerder] behoorde het instellen en opbouwen van de verfrollen uit de verfmachines en het schoonmaken daarvan bij kleurwisselingen. Hij droeg daarbij rubberen handschoenen.
iii) De afdeling Coil Coating bevindt zich in een productiehal, waarin sedert 1982 een klimaatbeheerssysteem is aangebracht. Op deze afdeling worden aluminiumstrips met een lengte van 500 tot 2000 meter geverfd en gedroogd in zogenaamde coil coating machines. Tijdens dit proces worden de aluminiumstrips geverfd doordat zij door een verfbad worden geleid waar zij met verfrollen worden bewerkt. In iedere verfmachine bevinden zich drie van zulke rollen. Boven iedere verfmachine is een locale afzuiginstallatie geplaatst.
iv) Bij vier van de vijf verfmachines wordt twee maal per dag van kleur gewisseld, bij de vijfde gebeurt dit acht maal per dag, wanneer deze in gebruik is. Volgens Hunter Douglas is dit om de twee weken drie à vier dagen het geval. Bij deze kleurwisselingen wordt de verf uit het verfbad getapt, waarna het verfbad handmatig met doeken wordt gereinigd. Naast de verfmachines staan open 200 liter vaten met oplosmiddel. Degene die belast is met de reiniging, vult een 10 liter emmer met oplosmiddel door deze in het 200 liter vat te laten zakken. In deze emmer worden de schoonmaakdoeken gedompeld, waarmee de verfbaden worden gereinigd. Ook de verfrollen worden bij kleurwisseling handmatig gereinigd. Als er daarbij verf op de vloer wordt gemorst, wordt de vloer met oplosmiddel gedweild. Op de geverfde strippen worden testen gedaan om te controleren of de verf wel goed hecht. Met een watje gedrenkt in aceton wordt 50 keer over de strip heen en weer gewreven.
v) In maart 1999 heeft [verweerder] zijn werkzaamheden wegens arbeidsongeschiktheid gestaakt. In verband met die arbeidsongeschiktheid is hij in maart 2000 in aanmerking gebracht voor een uitkering ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). Van maart 2000 tot maart 2005 was zijn uitkering berekend naar een arbeidsongeschiktheid van 80-100%. Bij een herkeuring in maart 2005 werd [verweerder] nog 55%-65% arbeidsongeschikt geacht. [Verweerder] heeft tegen laatstgenoemde beslissing bezwaar aangetekend.
vi) Bij brief van 4 oktober 2000 heeft de bedrijfsarts van Hunter Douglas het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten het volgende geschreven:
"Hierbij verzoek ik u om nader onderzoek naar oplosmiddel gerelateerde ziekte bij [verweerder] (...)
[Verweerder] heeft sinds maart '99 psychische klachten, aanvankelijk geduid als depressie, waarvoor betrokkene psychiatrische behandeling ontving. In de loop van de tijd klaarde het depressieve beeld met Prozac op. Naar aanleiding van aanhoudende moeheidsklachten werd internistisch onderzoek verricht wat een zeer ernstige leverfunctiestoornis aan het licht bracht. Na uitgebreid onderzoek concludeert de behandelend internist, dat waarschijnlijk sprake is van een toxische genese op basis van blootstelling aan oplosmiddelen in het werk. De internist veronderstelt, dat ook de psychische klachten oplosmiddel gerelateerd zijn. De huidige klachten betreffen: extreme vermoeidheid, concentratie- en geheugenstoornis, oorsuizen, " licht in het hoofd". De klachten wisselen in intensiteit. De leverfunctie is sterk verbeterd, maar nog niet genormaliseerd.