ECLI:NL:PHR:2010:BL2237
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Huydecoper
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst wegens huurachterstand en de beoordeling van klachten in cassatie
In deze zaak gaat het om de ontbinding van een huurovereenkomst tussen eiseres tot cassatie, Habro B.V., en de verweerster in cassatie, [eiseres]. De Hoge Raad behandelt de klachten van eiseres over de beslissing van het hof, dat de huurachterstand van eiseres onvoldoende was onderbouwd en dat het hof niet adequaat had gereageerd op de stellingen van eiseres over tekortkomingen van Habro. De eerste klacht betreft de betwisting van de huurachterstand, die door de kantonrechter in eerste aanleg was onderzocht en verworpen. Eiseres had in de Memorie van Grieven enkel gesteld dat de feiten zoals vastgesteld door de kantonrechter werden betwist, zonder verdere onderbouwing. De tweede klacht betreft de stelling dat Habro haar verplichtingen niet was nagekomen, maar het hof had hierop adequaat gereageerd door te stellen dat eiseres niet had aangegeven welke gevolgen aan deze tekortkomingen verbonden moesten worden.
De derde klacht betreft de vraag of eiseres recht had op uitstel voor haar betalingsverplichtingen. Het hof had terecht overwogen dat het aan de discretionaire beoordeling van de rechter staat om te bepalen of er mogelijkheden voor uitstel zijn. Eiseres had niet aangetoond dat er bijzondere omstandigheden waren die een andere beoordeling rechtvaardigden. De klachten van eiseres worden verder besproken, waarbij het hof opmerkt dat de stellingen van eiseres niet voldoende onderbouwd zijn en dat de rechter in cassatie niet kan herbeoordelen of de eerdere beslissingen terecht zijn genomen. De conclusie van de Procureur-Generaal is dat het cassatieberoep ongegrond is en dat de klachten van eiseres niet leiden tot een herbeoordeling van de zaak.