ECLI:NL:PHR:2010:BL3219
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Vegter
- Rechtspraak.nl
Oplichting door valse hoedanigheid en samenweefsel van verdichtsels in Oss
In deze zaak heeft het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 6 maart 2009 een verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden wegens oplichting. De zaak draait om een incident dat plaatsvond op 22 augustus 2007, waarbij de verdachte zich voordeed als een vertegenwoordiger van Wehkamp. Hij heeft een laptop en een herenoverhemd opgehaald bij [betrokkene 1], die deze goederen nooit had besteld. De verdachte verscheen aan de deur van [betrokkene 1] en maakte bekend dat hij gestuurd was om het pakket op te halen. Dit leidde tot een onderzoek door de security officer van Wehkamp, [betrokkene 2], die ontdekte dat de goederen op een frauduleuze manier waren besteld met gebruik van het klantnummer van [betrokkene 1].
De verdediging voerde aan dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte de persoon was die het pakket had opgehaald. Het hof overwoog echter dat de signalementen van de getuigen overeenkwamen met die van de verdachte en dat de herkenning door [betrokkene 1] tijdens een confrontatie overtuigend was. Het hof concludeerde dat de verdachte inderdaad de persoon was die het pakket had opgehaald, en dat hij zich daarbij als vertegenwoordiger van Wehkamp had voorgedaan.
De zaak bevat ook een discussie over de bewijsconstructie die door het hof is gebruikt. Het hof koos voor een doorlopend relaas van de feiten in plaats van een traditionele opsomming van bewijsmiddelen. Dit maakte het arrest leesbaarder, maar leidde ook tot vragen over de volledigheid van de bewijsvoering. De conclusie van de Procureur-Generaal was dat het hof de oplichting voldoende had gemotiveerd, ondanks de bezwaren van de verdediging. De zaak benadrukt de risico's van de gekozen bewijsconstructie en de noodzaak voor duidelijke bewijsvoering in oplichtingszaken.