ECLI:NL:PHR:2010:BL4158
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Vellinga
- De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden
- Rechtspraak.nl
Afwijzing getuigenverzoek in strafzaak met betrekking tot opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet
In deze zaak heeft het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, de verdachte veroordeeld voor opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De verdachte is bestraft met een geldboete van € 2900,00, subsidiair 35 dagen hechtenis. De verdediging heeft een verzoek ingediend om een getuige te horen, maar dit verzoek is door het Hof afgewezen. De raadsman van de verdachte heeft betoogd dat het horen van de getuige van belang is voor de hoogte van de op te leggen straf, omdat de verdachte in een conflict tussen de fiscus en justitie verkeert. De verdediging stelt dat de verdachte gedwongen wordt om zijn afval te bewaren, wat van invloed kan zijn op de strafmaat. Het Hof heeft echter geoordeeld dat de noodzakelijkheid van het horen van de getuige niet is gebleken, wat door de verdediging als onbegrijpelijk wordt bestempeld.
De conclusie van de Advocaat-Generaal is dat het Hof de juiste maatstaf heeft toegepast, maar dat de afwijzing van het getuigenverzoek onvoldoende gemotiveerd is. De AG wijst erop dat het Hof mogelijk niet voldoende rekening heeft gehouden met de verklaring van de verdachte over het bewaren van afval voor de fiscus. De AG concludeert dat het middel slaagt en dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak is overschreden, wat kan leiden tot strafvermindering. De conclusie strekt tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing naar het Hof voor een nieuwe behandeling van de zaak.