ECLI:NL:PHR:2010:BL7597
Parket bij de Hoge Raad
- J. Spier
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen het Hof Amsterdam inzake wanprestatie en ontbinding van overeenkomst
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep dat is ingesteld door [eiseres] tegen Trappenindustrie, naar aanleiding van een uitspraak van het Hof Amsterdam. De kern van het geschil betreft de vraag of Trappenindustrie wanprestatie heeft gepleegd en of deze wanprestatie aanleiding geeft tot gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst. De Rechtbank had eerder beide vragen bevestigend beantwoord, maar [eiseres] is het niet eens met de beslissing van het Hof. In de cassatieprocedure worden verschillende klachten geuit over de oordelen van het Hof, waaronder de stelling dat het Hof de overeenkomst ten onrechte niet heeft ontbonden en dat het voorbij is gegaan aan bezwaren van [eiseres] tegen de deskundigenrapporten. Het Hof heeft in zijn uitspraak aangegeven dat er sprake was van tekortkomingen, maar dat Trappenindustrie zich bereid had verklaard deze te herstellen. Dit aspect wordt in cassatie niet bestreden, maar [eiseres] stelt dat het Hof Trappenindustrie die mogelijkheid niet had mogen bieden. De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad concludeert dat de klachten van [eiseres] niet op begrijpelijke wijze zijn gepresenteerd en dat het middel niet voldoet aan de eisen die aan een cassatiedagvaarding worden gesteld. De conclusie van de Procureur-Generaal strekt tot verwerping van het cassatieberoep, met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie.