8. Het middel heeft het oog op het volgende relaas van verdachtes raadsman in hoger beroep:
"In de dagen voor de overval vinden er een aantal gesprekken plaats die kennelijk in verband met de overval van 27 maart 2005 wordt gebracht. In de analyse wordt gesproken dat andere personen dan [verdachte] zich bezighouden met de voorbereiding van de overval en dat op de dag van de overval zelf [verdachte] in beeld komt als dader althans op basis van een analyse van deze telefoongesprekken. Uit de telefoongesprekken kan worden afgeleid dat er afspraken worden gemaakt om bepaalde plaatsen te gaan bekijken. In het dossier wordt beschreven dat dit Taxibedrijf [A] in [plaats] zou moeten zijn.
Op 26 maart 2005 rond 20:00 uur bevinden volgens het dossier een gesprek plaats tussen [betrokkene 1] en [betrokkene 2]. Dit gesprek staat beschreven in het dossier Z-2 op bladzijde 89 en 456. Volgens de gegevens van de printlijsten zou de telefoon van [betrokkene 2] zich bevinden in Bergen, althans onder het bereik van een zendpaal van Bergen en zou het gesprek van [betrokkene 1] worden gevoerd vanuit Den Helder.
Zo'n 10 minuten later, om 20:10 uur vindt er een gesprek plaats tussen [betrokkene 1] en [verdachte] met de telefoon van [betrokkene 2]. Volgens de gegevens uit het dossier zou het telefoon nu onder het bereik van een zendpaal uit [plaats] staan. (Dit hoeft niet te betekenen dat de telefoon daadwerkelijk zich in [plaats] bevind, in het dossier kunt u lezen dat een telefoon met bereik van een zendpaal uit Schoorl zich ook in [plaats] zou kunnen bevinden. Dan kan dit ook andersom zijn)
In het telefoongesprek wordt vermeld dat ze zijn aangekomen en dat de personen ([verdachte] en [betrokkene 2]) een rondje gaan lopen. Het licht is uit en die "waggee" is er niet. (Met waggee zou er een auto worden bedoeld).
Vervolgens vinden er weer later op 26 maart 2005 om 20:23 uur een telefoongesprek plaats tussen [betrokkene 1] en [betrokkene 2] en [verdachte] waarbij [betrokkene 1] uit Den Helder zou bellen en de telefoon van [betrokkene 2] zich in Bergen zou bevinden. In dit gesprek wordt vermeld "nobody was home". Ook wordt er onder andere vermeld "vanavond speelt toch Nederland, volgens mij zijn ze ergens naar.... De jongen van die auto.... Ik weet niet van wie die auto is, maar die grote busje is er niet. Ik ben in de tuin gaan kijken en niemand was thuis "
In het dossier wordt gesteld dat de omschreven locatie overeen zou komen met de locatie van de overval op Taxi [A] in [plaats]. Zeer waarschijnlijk is men verleid door de zendpaalgegevens. Op bladzijde 108 wordt beschreven dat de situatie zoals [verdachte] die schetst in het telefoongesprek overeenkomt met de situatie zoals die is bij Taxi [A].
Uit het telefoongesprek komt echter niet een bepaald duidelijke omschrijving van de woning naar voren. Wel wordt gesproken over een busje. Volgens dit gesprek zou een busje dan niet bij de taxibedrijf moeten zijn.
Op bladzijde 108 wordt echter beschreven dat navraag bij het taxibedrijf opleverde dat het taxibusje niet weg was op het eerder genoemd moment. Dit bleek uit de rittenstaten. Deze situatie komt dus niet overeen met de situatie in het telefoongesprek. In het telefoongesprek wordt ook gesproken over het feit dat [verdachte] in de tuin zou zijn gaan kijken. Ook dit komt niet overeen met de situatie in [plaats] bij het Taxibedrijf [A]. De eigenaar van het bedrijf [betrokkene 3] verklaard op bladzijde 19 van het proces-verbaal dat de mogelijke daders in de steeg zijn geweest naast de voordeur. Deze steeg verschaft alleen geen toegang tot de tuin. [Betrokkene 3] verklaard "in de steeg komt nooit iemand het is een doodlopende smalle steeg die nergens toegang toe verschaft" (zie bladzijde 19 van het proces-verbaal). Bij Taxibedrijf [A] was dus wel een bus aanwezig en er is geen toegang tot een tuin. Dit kan dus niet dezelfde locatie zijn als wordt beschreven in het telefoongesprek.(2)
(...)
In het dossier worden stellingen geponeerd en wordt een analyse van een telefoongesprek hierop neergelegd. Een telefoongesprek dat kennelijk gaat over een tv programma wat als onderwerp heeft een overval op Taxi [A] wordt gebruikt om allerlei gesprekken te duiden. Ook als feitelijke gegevens niet kloppen (zie het busje wat er wel is maar volgens [verdachte] op de plek waar hij is niet, en de tuin die niet bekeken kan worden).
(...)
Uit de aanwezige bewijsmiddelen kan ook niet in onderling verband en samenhang worden afgeleid dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat [verdachte] betrokken is geweest bij de overval op Taxi [A] te [plaats]. Hij dient dan ook van dit feit te worden vrijgesproken."(3)