ECLI:NL:PHR:2010:BN1701
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Machielse
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van het proces-verbaal door gebrek aan instemming verdediging met afzien van hernieuwde getuigenoproeping
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 oktober 2010 uitspraak gedaan over de nietigheid van een proces-verbaal in een strafzaak. De verdachte was in eerste aanleg vrijgesproken, maar het Gerechtshof te Amsterdam had de verdachte bij arrest van 16 juli 2008 veroordeeld wegens mishandeling, zonder straf of maatregel op te leggen. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. H.J. Bos, heeft cassatie ingesteld, waarbij mr. M.L.M. van der Voet twee middelen van cassatie heeft voorgesteld. Het eerste middel betrof de klacht dat het Hof had afgezien van het horen van een niet verschenen getuige zonder uitdrukkelijke toestemming van de verdediging, en dat deze beslissing niet met redenen was omkleed. Het tweede middel klaagde over de onjuistheid van het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep, wat zou moeten leiden tot nietigheid van het onderzoek.
De Hoge Raad oordeelde dat het proces-verbaal van de terechtzitting van 2 juli 2008 niet inhoudt dat de verdediging uitdrukkelijk heeft ingestemd met het afzien van de hernieuwde oproeping van de getuige. Hierdoor had het Hof op grond van artikel 287, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering de hernieuwde oproeping van de getuige moeten bevelen. Het Hof had weliswaar op basis van artikel 288, eerste lid, of artikel 418, tweede lid, kunnen afzien van deze oproeping, maar had dit niet gedaan. Dit verzuim leidde tot nietigheid van het proces-verbaal.
De Hoge Raad concludeerde dat het eerste middel slaagde, terwijl het tweede middel faalde. De conclusie strekte tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Amsterdam voor een nieuwe behandeling van het beroep.