ECLI:NL:PHR:2010:BN1713
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Vellinga
- Rechtspraak.nl
Bewijsklacht medeplegen bij diefstal in vereniging
In deze zaak heeft de Hoge Raad zich gebogen over een cassatieverzoek van een verdachte die door het Gerechtshof te Amsterdam was veroordeeld voor diefstal in vereniging. De verdachte was deel van een groep van vijf personen die zich verdacht gedroegen bij een auto. Eén van hen heeft de ruit van de auto ingeslagen en een laptoptas gestolen, waarna de verdachte samen met een andere persoon wegliep. De advocaat van de verdachte, mr. J. Kuijper, heeft een middel van cassatie ingediend, waarin werd betoogd dat de omstandigheden niet voldoende bewijs opleverden voor medeplegen van diefstal met braak. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof niet zonder meer kon concluderen dat de verdachte bewust en nauw met anderen had samengewerkt. Het middel slaagde, wat leidde tot de conclusie dat het bestreden arrest vernietigd moest worden. De zaak werd terugverwezen naar het Hof voor herbehandeling van het hoger beroep. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak van duidelijke bewijsvoering bij beschuldigingen van medeplegen in strafzaken.