ECLI:NL:PHR:2011:BP9998
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. E.B. Rank-Berenschot
- Rechtspraak.nl
Deskundigenonderzoek in omgangsregeling bij ouderschapsgeschil
In deze zaak gaat het om een verzoek tot wijziging van een omgangsregeling tussen een vader en zijn kinderen, die bij de moeder wonen. De vader heeft in 2008 verzocht om de bestaande omgangsregeling te wijzigen, maar dit verzoek werd aanvankelijk afgewezen door de rechtbank Almelo. Het gerechtshof Arnhem heeft vervolgens een deskundigenonderzoek gelast, waarbij drs. B. de Grijs als deskundige werd benoemd. Het hof oordeelde dat de ouders niet goed met elkaar kunnen communiceren en dat de kinderen baat hebben bij een heroriëntatie op het ouderschap. De deskundige kreeg de opdracht om gesprekken met de ouders te voeren en hen te begeleiden in het ouderschap, met als doel de omgang tussen de vader en de kinderen te verbeteren.
De vader heeft later in cassatie gevraagd om het deskundigenrapport buiten beschouwing te laten, omdat hij twijfels had over de deskundigheid van De Grijs. Het hof heeft echter geoordeeld dat De Grijs voldoende deskundig is om het onderzoek uit te voeren, ondanks dat hij geen psycholoog is. De vader heeft in cassatie geklaagd over de waardering van het deskundigenbewijs en de keuze van de deskundige. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de feitenrechter de vrijheid heeft om de deskundige te benoemen en dat de waardering van het deskundigenbewijs aan de feitenrechter is voorbehouden. De Hoge Raad heeft het cassatieberoep van de vader verworpen, omdat de klachten niet tot cassatie konden leiden en er geen rechtsvragen waren die in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling beantwoord moesten worden.