ECLI:NL:PHR:2011:BQ2803
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Huydecoper
- Rechtspraak.nl
Huur van bedrijfsruimte en vordering tot betaling achterstallige huur en ontbinding/ontruiming
In deze zaak betreft het een geschil over de huur van een ruimte in een voormalige parkeergarage, die door de huurders werd gebruikt als kinderdagverblijf en voor kerkdiensten. De Gemeente Amsterdam, als verhuurster, vorderde betaling van achterstallige huur en ontbinding/ontruiming van het gehuurde. De huurders, aangeduid als eisers tot cassatie, beriepen zich op gebreken van het gehuurde als rechtvaardiging voor het niet betalen van de huur. In reconventie vorderden zij schadevergoeding op basis van de gestelde gebreken.
Het hof heeft in het bestreden arrest het verweer van de huurders gedeeltelijk gehonoreerd, wat resulteerde in een gedeeltelijke afwijzing van de vordering tot betaling van achterstallige huur, die in eerste aanleg volledig was toegewezen. De reconventionele schadevordering werd echter afgewezen, omdat deze onvoldoende onderbouwd was. De huurders voerden aan dat het hof ten onrechte hun beroep op een betalingsregeling als onvoldoende aannemelijk had aangemerkt. Het hof oordeelde dat de stellingen van de huurders niet voldoende precies waren om dit verweer te aanvaarden.
Daarnaast klaagden de huurders dat het hof hun schadevordering ten onrechte als onvoldoende beoordeeld had. Het hof had dit oordeel gemotiveerd aan de hand van een stuk dat door de huurders was ingebracht, maar dat als onvoldoende gepreciseerd werd aangemerkt. De huurders stelden dat het hof had moeten verwijzen naar de schadestaatprocedure, maar het hof oordeelde dat er geen aanleiding was om dit te doen, gezien de gebrekkige onderbouwing van de gestelde schade.
De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad concludeerde dat de klachten in cassatie niet tot cassatie konden leiden, omdat zij geen vragen stelden die relevant waren voor de rechtseenheid of rechtsontwikkeling. De conclusie was dat het hof niet tekort was geschoten in zijn motivering en dat de vorderingen van de huurders niet voldoende waren onderbouwd.